Doordat veel ouderen overdag te weinig rust krijgen, zijn ze aan het eind van de dag uitgeteld. Het gedrag van veel ouderen met dementie verandert dan. Ze worden rustelozer, willen naar huis of naar hun ouders, gaan rondlopen, zijn moeilijk gerust te stellen, verwarder en onsamenhangender. Het zogenaamde ‘Sundowning syndroom’.
Na het avondeten gaan ze meteen doodmoe naar bed, slapen hun normale tijd van vier tot zes uur en worden tegen middernacht wakker en voelen zich weer fit wat kan leiden tot onrust en zwerfneiging. Omdat zij geen gelegenheid krijgen hun eigen biologische klok te volgen ontstaat een ‘omkering’ van het dag-nachtritme.