Hoofdgedachte en onderwerp- niet af

 hoofdstuk 3.3

onderwerp  en hoofdgedachte

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

 hoofdstuk 3.3

onderwerp  en hoofdgedachte

Slide 1 - Slide

themales
onderwerp
hoofdgedachte
deelonderwerp
deelhoofdgedachte

Slide 2 - Slide

Doel
Aan het einde van de les weet je hoe je het onderwerp en het deelonderwerp in een tekst kunt vinden en formuleren

Aan het einde van de les weet je hoe je de hoofdgedachte en de deelhoofdgedachte in een tekst kunt vinden het formuleren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

onderwerp en deelonderwerp
Om het onderwerp van de tekst te vinden, stel je jezelf de vraag:
WAAR GAAT DE TEKST OVER?
Je geeft antwoord in maximaal 5 woorden.

Het deelonderwerp is het onderwerp van een alinea.
De vraag is dan: WAAR GAAT DE ALINEA OVER?
Ook hier geldt dat het antwoord max 5 woorden mag zijn.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

(deel) hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst is het antwoord op de vraag
WAT IS HET BELANGRIJKSTE DAT DE SCHRIJVER OVER HET ONDERWERP ZEGT?
Je geeft antwoord in 1 zin.
De deelhoofdgedachte van een alinea is het antwoord op de vraag
WAT IS HET BELANGRIJKSTE DAT DE SCHRIJVER OVER HET DEELONDERWERP ZEGT.
Ook dit is altijd 1 zijn.

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp van dit filmpje?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Wat is het onderwerp van deze reclame?

Slide 10 - Mind map

Wat is de hoofgedachte?
A
cheddar, seriously strong
B
eind goed, al goed
C
een muis doodt je niet met een val
D
kaas, daar word je sterk van...

Slide 11 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 12 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
A
Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
B
Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
C
Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
D
Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Slide 13 - Quiz


Hoofdgedachte?
A
Door alle inspanningen van de gemeente wordt Zwolle gezien als een fietsstad.
B
Door het aanleggen van fietsstraten denkt de gemeente Zwolle dat de binnenstad verkeersveiliger wordt.
C
Een fietsstraat is een straat die ingericht is als een soort fietspad waar ook auto’s op mogen rijden.
D
Door de fietsstraten zijn de belangrijke fietsroutes voor fietsers en automobilisten beter herkenbaar.

Slide 14 - Quiz