1MH 26/10
Bonjour à tous!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Bonjour à tous!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les
- ken ik de verschillende lidwoorden in het Frans.
- kan ik de juiste lidwoorden gebruiken in een zin in het Frans.
- kan ik een eenvoudige vlog over David en zijn familie begrijpen (2e lesuur)
Slide 3 - Slide
Qu'est-ce qu'on va faire?
- Répéter: Grammaire II
- Introduction Unité 2
Slide 4 - Slide
Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 4 minutes.
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Geen vragen.
• Uitkomst: Bespreken met je groepje.
• Eerder klaar? Il faut attendre.
• Wat: 1. Noteer alle lidwoorden in het Frans in je schrift.
2. Noteer erachter wanneer je dat lidwoord gebruikt.
timer
3:00
Slide 5 - Slide
Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 2 minutes.
• Hoe: Werken in groepjes van 3.
• Hulp: Vraag je groepje eerst om hulp, vervolgens de docente.
• Uitkomst: Uitwisselen met de rest van de klas
• Eerder klaar? Il faut attendre.
• Wat: Deel je antwoorden met je groepje.
timer
2:00
Slide 6 - Slide
Lidwoorden
Slide 7 - Mind map
lidwoorden
Slide 8 - Slide
- le
- la
- l'
- les
Slide 9 - Slide
Wanneer gebruik je le ?
- Als het zelfstandig naamwoord mannelijk is.
Wanneer gebruik je la?
- Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is
Wanneer gebruik je l' ?
- Als het zelfstandig naamwoord begint met een klinker of stomme h
Wanneer gebruik je les?
- Als het zelfstandig naamwoord meervoud is.
Slide 10 - Slide
Vul het juiste lidwoord in
De jongen =
Het meisje =
de vriend =
de jongens =
Let op!! In het meervoud komt er ALTIJD achter het zelfstandig naamwoord een s.
timer
2:00
Slide 11 - Slide
Het lidwoord 'een' vertaal je met :
- un
- une
Wanneer gebruik je un ?
- Als het zelfstandig naamwoord mannelijk is
Wanneer gebruik je une ?
- Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is
Vul in: un of une?
le garçon --> ...... garçon
la fille --> ...... fille
l'hôtel --> ..... hôtel(M)
timer
1:00
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Lidwoorden
Slide 14 - Slide
Meervoud
Als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt bij meervoud, gebruik je in het Frans 'des'.
Bv. Ik heb vrienden --> J'ai(= ik heb) des amis.
Slide 15 - Slide
Meervoud
(mv)
des (mv)
problemen
des problèmes
jongens
des garçons
vrienden
des amis
vriendinnen
des amies
foto's
des photos
Slide 16 - Slide
Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les
- ken ik de verschillende lidwoorden in het Frans.
- kan ik de juiste lidwoorden gebruiken in een zin in het Frans.
- kan ik een eenvoudige vlog over David en zijn familie begrijpen (2e lesuur)
Slide 17 - Slide
Les devoirs
SO morgen!
Leren: apprendre 5 t/m 10 (p. 33-35)
