This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Spelling
Slide 1 - Slide
Lezen: 10 minuten in stilte
Slide 2 - Slide
Sterke en zwakke werkwoorden
Slide 3 - Slide
Sterke werkwoorden (klankveranderend)
- Veranderen van klank in de verleden tijd.
Voorbeelden: ik mag - ik mocht ik neem - ik nam
Slide 4 - Slide
Opdracht 2: bespreking
Slide 5 - Slide
Zwakke werkwoorden (klankvast)
- Veranderen NIET van klank in de verleden tijd
- Voorbeelden: Ik bak - ik bakte Ik maak - ik maakte
Slide 6 - Slide
Zwakke werkwoorden
- Krijgen in de verleden tijd -te(n) of -de(n) op het eind.
- Hoe bepaal je nou welke van de twee je moet hebben?
Slide 7 - Slide
'tkofschip
Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't kofschip? --> ik-vorm + te(n) Is de laatste letter van de stam GEEN medeklinker uit 't kofschip?