Proeftoets 1KT Lezen en woordenschat

• Middelbare school

Lezen blok  1 en 2 + woordenschat 1 en 2

• Je kan de drie tekstdoelen aanwijzen en voorbeelden geven.
  
• Je kan voorbeelden geven van tekstvormen
• Je kan de tekstsoorten herkennen
• Je kan de bron van een tekst aanwijzen
• Je kent het begrip  overhalende tekst en je kan vijf kenmerken noemen
• Je begrijpt de betekenis van de verschillende woorden
• Je kent de functie van een zoekwoord

Het doel van een tekst.

Met welke tekstvorm hebben wij hier te maken?

1. krant
2. tijdschrift
3. poster
4. brief

Met welke tekstvorm hebben wij hier te maken?

1. krant
2. brief
3. poster
4. folder

Bekijk de tekst.

Hoeveel alinea's tel je?

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Wat is de tekstvorm?

Welk tekstdoel heeft een folder?

4. Wat is het doel van een zoekwoord bovenaan de bladzijde?

Als je iets aanraadt dan ....

1. vertel je hoe iets is
2. beveel je het aan
3. geef je het een naam
4. schrijf je het op

Als je iets benoemt dan......

1. beveel je het aan
2. bewijs je het
3. vertel je hoe iets is
4. geef je het een naam

Als je iets noteert dan.......

1. geef je het een naam
2. verander je het zodat het klopt
3. schrijf je het op
4. vertel je hoe iets is

Mark ging doelgericht te werk: hij oefende elke dag 1 uur, liep een half uur hard en bedacht hoe hij beter kon zijn dan de anderen.
Doelgericht=

1. bezig zijn
2. wat samen een geheel vormt
3. beter worden
4. wat je wilt bereiken

Welke woorden staan op alfabetische volgorde?

1. blokuur-brugklas-excursie-examen-export
2. blokuur-brugklas-export-examen-excursie
3. blokuur-brugklas-examen-excursie-export
4. blokuur-brugklas-excursie-export-examen

Zijn spreekbeurt was een fiasco. Hopelijk zal het de volgende keer niet weer een mislukking zijn.

Welk van de volgende woorden past erbij?

1. een woord dat hetzelfde betekent
2. een omschrijving
3. een tegenstelling

Een voorbeeld van een woord met een achtervoegsel is

1. onthaasten
2. wanhoop
3. hopeloos
4. haasten

Met welk achtervoegsel kun je een combinatie maken met demonstreren?

1. -tabel
2. -baar
3. -atie
4. -lijk

Zorgeloos

Geef een omschrijving

1. met heel veel zorgen
2. met zorgen
3. zorgelijk
4. zonder zorgen

0

Tips om de toets te leren

1. Bekijk de gele stukken

2. Websites om te oefenen:

     www.cambiumned.nl 

     www.jufmelis.nl

    It's Learning : vak Nederlands onderdeel lezen en over taal            blok 1 en 2

3. Filmpjes om naar te kijken