Autisme

OT Carrousel 
Autisme
(ASS)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MentorlesHBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

OT Carrousel 
Autisme
(ASS)

Slide 1 - Slide

Inhoud workshop Autisme
  • Autisme herkennen (stukje herhaling)
  • Autisme begrijpen (beleven)
  • Co-morbiditeit
  • Verkeerde diagnoses

Interactief (device)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Wat wil je vanmiddag vooral te weten komen?

Slide 5 - Open question

Bij ASS (en/of kernautisme) denk jij aan?

Slide 6 - Mind map

Autisme

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat kan ik verbeteren aan mijn les?

Slide 9 - Open question

Herkenbare storingen
Gefragmenteerd informatie verwerken
Sociale informatie niet herkennen
Foute koppeling maken
Over- of ondergevoelig reageren
Moeite hebben met betekenis verlenen
Chaotisch informatie opslaan
Referentiekaders missen
Informatie niet weggooien

Neuronenpaden zijn op de ene plek chaotischer dan op de andere plek. Daarom zijn mensen met ASS moeilijker in een hokje te plaatsen. 


Slide 10 - Slide

Gefragmenteerd informatie verwerken
  •  Trager reageren (puzzeltijd)
  •  Informatie mist (hoe heet de bak ook alweer waar de schildpadden in zitten?) 

Slide 11 - Slide

Opdracht 1 gefragmenteerd informatie verwerken
  • Verdeel je groep in twee teams (van 2/3 mensen). Werk hierbij diagonaal;
  • vraag naar de interesses van het andere tweetal (team 2);
  • team 1 gaat een gesprek voeren over de interesses van team 2;
  • team 2 gaat het gesprek aan over de interesses van team 1;
  • ga harder praten op het moment dat je elkaar moeilijk kan verstaan.

Slide 12 - Slide

Opdracht gefragmenteerd informatie verwerken
  • Wat viel op?
  • Wat kunnen wij dus betekenen voor de leerlingen met ASS die moeite hebben op het gebied van gefragmenteerd informatie verwerken?
  • Is jouw vak een vak waarbij informatie gefragmenteerd binnenkomt?
  •  vakgroep?

Slide 13 - Slide

Opdracht 2 gefragmenteerd waarnemen
  • Maak tweetallen
  • zoek informatie over een bepaald dier op
  • richt je daarbij tot informatie die niet primair is bij het herkennen van het dier (herbivoor/ gevlekt) voor een giraf.
  • laat de andere persoon het dier tekenen met de details die jij hebt gevonden.

Slide 14 - Slide

Opdracht 2 gefragmenteerd waarnemen
  • Wat viel op? 
  • Wat zegt dit over jouw uitleg? Is het duidelijk wat de belangrijkste informatie is? 

Slide 15 - Slide

Sociale informatie niet herkennen
  • Hoort of begrijpt de onderliggende boodschap niet 
  • Overziet niet wat er sociaal is gebeurd: Dikke deuk in de BMW, terwijl het de buurman was die zwaargewond in het ziekenhuis terecht is gekomen
  • U geeft slechte lessen (feitelijk, keihard en 100% eerlijk)
  • Mond dichthouden tijdens toetsen -angst voor toetsen
  • Ruis en stemgeluid zijn niet te onderscheiden
  • Ja/Nee zeggen en niet in actie komen (Ja ik wil wel even K helpen)

Slide 16 - Slide

Sociale informatie niet herkennen
  • Dit doet wat met ons, wat precies?
  • Wat vraagt dat van ons?
  • Bespreek voorbeelden in het groepje. Hoe kunnen we deze leerlingen helpen? 

Slide 17 - Slide

Opdracht 'groepsplannen'
  • Krijgen wij genoeg informatie op deze manier?
  • Wat heeft de leerling nodig?
  • Van wie is deze verantwoordelijkheid? 

Slide 18 - Slide

Hoe kan jij, denk je, helpen met het leegmaken van een vol hoofd, zodat het werkgeheugen weer plek heeft voor nieuwe kennis over jouw vak?

Slide 19 - Open question

Co-morbiditeit verschil meiden en jongens

Mannen met autisme hebben vaker comorbide externaliserende problemen (zoals gedragsproblemen en hyperactiviteit).
  • Vrouwen met autisme hebben vaker comorbide internaliserende problemen (zoals angst en depressie). Bij vrouwen en meisjes met autisme en een verstandelijke beperking wordt het autisme vaak eerder herkend en gediagnosticeerd dan bij vrouwen en meisjes met een normale tot hoge intelligentie.



Slide 20 - Slide

Misdiagnoses
  • Van alle in totaal ruim duizend onderzochte deelnemers met autisme van het Nederlands Autisme Register kreeg maar liefst 37 procent mogelijk minimaal één verkeerde diagnose.  
  • Bij vrouwen was dit vaker het geval dan bij mannen. ’Bij 47 procent van de vrouwen was eerder minimaal één andere diagnose vastgesteld die later kwam te vervallen’, 
  • ADHD
  • Hoogbegaafdheid
  • Depressie
  • Overlappende kenmerken, verschil zit hem in details

Slide 21 - Slide

Co-morbiditeit

  • 38% van de mensen met autisme last heeft van slaapproblemen
  • 40% van de mensen met autisme kampt met bijkomende psychiatrische diagnoses  zoals ADHD, angst- en/of dwangstoornissen, depressies, persoonlijkheidsstoornissen.
  • Ook sensorische integratieproblemen, leerstoornissen, taalstoornissen, zintuiglijke en motorische beperkingen, eetstoornissen, trauma (PTSS), burn-out, psychoses en verslavingsproblematiek komen regelmatig voor.



Slide 22 - Slide

Welke vraagtekens heb jij nog bij de omgang/begeleiding met/van leerlingen met ASS of Autisme?

Slide 23 - Open question