Werkwoorden

Werkwoorden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wij .. gisteren op de trein.
A
wachten
B
wachtten

Slide 3 - Quiz

Een Duitse vrouw .. ons iets.
A
vroeg
B
vraagde

Slide 4 - Quiz

Ik .. dat ik haar niet verstond.
A
antwoorde
B
antwoordde

Slide 5 - Quiz

Over twee jaar ... we Duits op school
(krijgen)

Slide 6 - Open question

Dat heb ik haar ook ...
(vertellen)

Slide 7 - Open question

Ik ... erbij.
(lachen - vt)

Slide 8 - Open question

Onderwerp + persoonsvorm + gezegde
Onderwerp = wie of wat het doet
Persoonsvorm = werkwoord dat vooraan staat bij een vraagzin
Gezegde = alle werkwoorden bij elkaar

Janne heeft op het station gewacht.
Janne = onderwerp
heeft = persoonsvorm
heeft gewacht = gezegde

Slide 9 - Slide

Janne ging rustig op een bankje zitten.
onderwerp =

Slide 10 - Open question

Janne ging rustig op een bankje zitten.
persoonsvorm =

Slide 11 - Open question

Janne ging rustig op een bankje zitten.
gezegde =

Slide 12 - Open question

Zelfstandig werken
Maak blz. 43+44 van je werkboek. Bij A hoef je alleen het tweede streepje in te vullen.
Klaar? 18* spellingsmol halen en 27* werkwoordpaard
Klaar? 3* grammaticaklussers erbij
Klaar? TaalBlobs
Klaar? Junior Einstein weektaak (ww = groep8)

Slide 13 - Slide