Unit 1- Revision (mavo/havo)

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

mavo 1F

Welcome

Today's program

Reading

Grammar: Can / Can't

• Grammar: Telling the time

Lesson objectives

Aan het einde van de les kunnen leerlingen: 

• zinnen maken met can / can't
• de tijd zeggen in het Engels
• nieuwe woordenschat leren

Grammar: The alphabet

Rhyme words and letters

p.41

Music - p. 46

Exercise 1 & 2

p. 47

Lesson 1

Reading

p.51

Reading: Find out

Do Exercise 3, 4, 5

p.52 & 53

Vocabulary

Exercise 6 & 7

p.54

Met uitzondering van 1, 2, 3, eindigt elk ander nummer met th.

fourth..................4th

fifth.....................5th

sixth....................6th

Practice

Exercise 9 & 10

p. 55, 56

Running Dictation

Pair work

Classroom Rules / Klasregels

• Geen ruzie
• Niet praten terwijl de leraar praat
• Steek je vinger op als je wilt praten
• Geen vechten
• Opletten wanneer de leerkracht instructies of uitleg geeft
• Je moet respect voor elkaar hebben

Grammar: First, second, third

Rangtelwoorden zijn getallen die een volgorde aangeven (eerste, vijfde, twintigste etc).

first..................... 1st  

fifth................... 5th 

twentieth..................... 20th

Grammar: First, second, third

Alle rantelwoorden einde met 'th' behalve 1,2,3

1.............1st

2..............2nd

3...............3rd

4............... 4th

10............. 10th

18............. 18th

Grammar: First, second, third

Bij rangtelwoorden under de twintigst (20) zet je th achter het hoofdtelwoord behalve 1st, 2nd, 3rd

moet je goed let op de spelling

bv; fifth, eighth, ninth, twelfth

Grammar: First, second, third

De getallen die eindigen op 'y' bij de rangtelwoorden word de - y vervangen door - ie

behalve 10 & 100

Grammar: Days, months and dates

• De dagen van de week schrijf je altijd met een hoofdletter.
  

–Monday ................... maandag

–Tuesday ................... dinsdag

–Wednesday ................ woensdag

–Thursday..................... donderdag

 –Friday ........................vrijdag

–Saturday .................... zaterdag 

-Sunday.......................... zondag

Grammar: Days, months and dates

De maanden van het jaar schrijf je altijd met een hoofdletter.

January.......... januari                      July................juli

February..........februari                    August........... augustus

March.............. maart                      September........september

April............... april                         October...........oktober

May ...............mei                           November.........november

June  ..............juni                           December...........december

Grammar: Days, months and dates

In een zin gebruik je dagen en maanden samen met een ander woord

dagen	maanden
this	this
next	next
coming	in
morning/afternoon/evening/nighjt	around

Grammar: Days, months and dates

Practice

Exercise 11

p.56

Reading

Read: Find out

p.60

Opdracht 17, 18, 19, 20

Grammar: Can/ Can't - kan/ kan niet - p. 62

Can / can't + hele werkwoord

I can drive.

You can't read without glasses.

Can you hurry up, we are getting late?

Bij vragen, moet je de zin met can / cant beginnen 

Als je can en not voluit schrijft, schrijf je cannot: 

I cannot help.

Grammar: Telling the time

óver (het hele uur) = past

vóór (het hele uur) = to

op het hele uur: o'clock

om drie uur – at three o'clock

Grammar: Telling the time

• vóór twaalf uur 's middags, dan zet je er am achter.
• vanaf twaalf uur 's middags, dan zet je er pm achter.

Recap

Lesson summary