Woordenschat moeilijke woorden onthouden en oefenen

Woordenschat
H3: moeilijke woorden

  • 3.1 Moeilijke woorden onthouden
  • 3.2 Moeilijke woorden oefenen



1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woordenschat
H3: moeilijke woorden

  • 3.1 Moeilijke woorden onthouden
  • 3.2 Moeilijke woorden oefenen



Slide 1 - Slide

Welke moeilijke woorden horen bij jouw beroep/ opleiding?

Slide 2 - Mind map

Wat betekent "significant"?
A
op het eerste gezicht
B
weet ik niet
C
veelbetekenend
D
opvallend

Slide 3 - Quiz

vaktaal vs privétaal
Taal privéleven verschilt met taal in studieboeken en lessen. bijv:  'uitleg geven' (privé) en 'toelichten' (studie)
Het is belangrijk om algemene studietaalwoorden te begrijpen, omdat je ze ook ná je studie tegen gaat komen. Daarnaast leer je vaktaal in je beroep.

Slide 4 - Slide

Vaktaal / afk. uit je eigen beroep

Slide 5 - Mind map

Hoe leer jij snel vaktaal in jouw beroep?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Woorddossier

Slide 8 - Slide

(Digitaal) Woorddossier

Slide 9 - Slide

(Digitaal) Woorddossier

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Woorddossier / Woordkaart

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Dit heb jij geleerd van je bijbaantje

Op een bepaald punt moet iedereen eraan geloven: het echte, werkende leven. Een mooi punt om te stoppen met je bijbaantje, maar vergeet niet dat het in veel opzichten heel leerzaam was.


Wat betekent "opzichten"?

Slide 15 - Open question

Begrijp jij ALTIJD de studietaal die we gebruiken binnen Detailhandel?
A
Ja
B
Nee
C
Mwoah

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

oefenen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat betekent "dollie"?
A
?? nooit van gehoord
B
een (gedeelte van) paspop
C
vervoersmiddel
D
daarmee til je pallets op

Slide 23 - Quiz

Welke vaktaalwoorden kun je mij leren? Ik leer ook graag van jullie.

Slide 24 - Mind map

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Afronding
- Je mag de opdrachten maken (zie planner). 

Nog vragen?

Slide 28 - Slide