1.3 enkelvoudige en samengestelde zinnen zonder hz en bz

Nederlands enkelvoudige en samengestelde zinnen

Deze les hoort bij 
NuNederlands taalverzorging 1.3 enkelvoudige en samengestelde zinnen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Nederlands enkelvoudige en samengestelde zinnen

Deze les hoort bij 
NuNederlands taalverzorging 1.3 enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

  • Herhaling vorige les. 
  • Uitleg 1.2 
  • Werk maken les 1 en les 2

Wat gaan we doen vandaag: 
woensdag 4 december toets hoofdstuk 2 tijdens zelfstudie
Jason Bus

Slide 3 - Slide

- Je kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen en onderscheiden

Leerdoelen vandaag: 

Slide 4 - Slide

vraagzin, meervoud

Slide 5 - Slide

Schrijf de zin over op je wisbordje: 
Zet een streep onder de persoonsvorm
Zet golfjes onder het gezegde 
Zet een stippellijn onder het onderwerp 
                             heeft
In het voorjaar heeft mijn vader een tuinhuis voor Anja gekocht.
In het voorjaar heeft mijn vader een tuinhuis voor Anja gekocht.

Slide 6 - Slide

Schrijf de zin over op je wisbordje:
Zet een streep onder de persoonsvorm
Zet golfjes onder het gezegde
Zet een stippellijn onder het onderwerp
Langs de weg wordt een rustplaats aangelegd.

Slide 7 - Slide

Schrijf de zin over op je wisbordje:
Zet een streep onder de persoonsvorm
Zet golfjes onder het gezegde
Zet een stippellijn onder het onderwerp
De kat van tante Joke is vanochtend uit de schuur ontsnapt.

Slide 8 - Slide

Schrijf de zin over op je wisbordje:
Zet een streep onder de persoonsvorm
Zet golfjes onder het gezegde
Zet een stippellijn onder het onderwerp
Is jouw vriend opgepakt in de ochtend?

Slide 9 - Slide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen 1.3

Slide 10 - Slide

Wat valt je op aan dit stukje tekst?

Slide 11 - Slide

De woorden zijn niet moeilijk en als er zinnen zijn gebruikt, zijn die zinnen heel kort: er zijn vooral enkelvoudige zinnen gebruikt (op eentje na).

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

voegwoorden

Slide 14 - Slide

Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm.
Een samengestelde zin heeft twee of meer persoonsvormen.

Hafsa zit onder werktijd vaak te appen (enkelvoudig).
Bert doet de administratie en Karin verzorgt de acquisitie (samengesteld).
Als je wilt, dan help ik je, maar alleen als ik niet hoef te werken.

Slide 15 - Slide

 
1. De leverancier wil een onderzoek instellen, zodat het product daarna verbeterd kan worden.

2. Als jij de hapjes regelt, dan zorgt Mirella voor de drankjes.
Schrijf de voegwoorden op van onderstaande zinnen 

Slide 16 - Slide

Maak de opdrachten uit het lesplan van les 1 en 2 
GA OOK OEFENEN OP FACET.......CE EXAMEN 

- Nulmeting moet gemaakt zijn!
- Heb je niks ingeleverd in periode 1 dan heb je een onvoldoende. 

Aan de slag 

Slide 17 - Slide