HAVO 4 - 13 avril

Bonjour ! 
- Zet je camera aan

- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken


Fijne les! 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour ! 
- Zet je camera aan

- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken


Fijne les! 

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui 
- Herhaling van de grammatica 
- Regarder B 


 Leerdoel : Jullie hebben de luistervaardigheid geoefend. 

Slide 2 - Slide

Grammatica - Een vraag stellen
Zonder vraagwoord 

als een gewone zin, maar dan vragend uitgesproken
Vous parlez français? 
est-ce que + gewone zin 
Est-ce que vous parlez français?
inversie
Parlez-vous français?

Slide 3 - Slide

Grammatica - Een vraag stellen
Let op bij inversie: Inversie is alleen mogelijk met een persoonlijk voornaamwoord (tu, il, elle enzovoort). Bij namen van personen voeg je een voornaamwoord toe. 



Daarom is 'Parle Rachid français?' niet correct. 
Vous parlez français?
Parlez-vous français?
Rachid parle français? 
Rachid, parle-t-il français? 

Slide 4 - Slide

Grammatica - Een vraag stellen
Met een vraagwoord

 vraagwoord + est-ce que + gewone zin 
est-ce qu‘on parle français?

Slide 5 - Slide

Grammatica - Een vraag stellen
Er zijn ook andere manieren om een vraag te stellen met een vraagwoord. Maar bovenstaande manier is altijd correct. Andere manieren zijn:

gewone zin + vraagwoord
On parle français ?
vraagwoord + inversie 
parle-t-on français?

Slide 6 - Slide

Grammatica - Een vraag stellen
Goede zinnen : 
- Jan, parle-t-il Allemand? 
- Est ce que Jan parle Allemand? 
- Jan parle allemand? 

Slide 7 - Slide

Grammatica - Een vraag stellen
Goede zinnen : 
- Où est-ce-qu'on parle Néerlandais? 
- Où parle-t-on Néerlandais? 
- Où on parle Néerlandais? 
- On parle Néerlandais où? 

Slide 8 - Slide

Grammatica - Een vraag stellen
Het vraagwoord quel
Quel (welke/wat) past zich aan het zelfstandig naamwoord aan waar het bij hoort


mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
quel
quelle
meervoud
quels
quelles

Slide 9 - Slide

Grammatica - Een vraag stellen
Goede zin : 
'Quelle femme est petite?' 

femme is enkelvoud en vrouwelijk --> quelle 

Slide 10 - Slide

Grammatica - Een vraag stellen
Goede zin : 
'Quels hommes sont petits

hommes is meervoud en mannelijk --> quels

Slide 11 - Slide

Grammatica - Een vraag stellen
Als quel(le)(s) gevolgd wordt door 'est' of 'sont', betekent het wat.


Quel est ton pays préféré? 
Wat is je lievelingsland?
Quelles sont les autres différences? 
Wat zijn de andere verschillen?

Slide 12 - Slide

Regarder B 
Jullie gaan naar een video over 'La course des héros' kijken. De vertaling is 'De race van de helden'.

Slide 13 - Slide

Oefeningen
Oefening 16 : Kijk naar de 'Signaalwoorden' en vul de tabel in. Kan je met deze woorden een opsomming, een reden, een tegenstelling of een conclusie uiten? 
Kijk eventueel in de Naslag bij het onderdeel Tuyaux - Signaalwoorden.

Oefening 17a : Lees de tuyau 

Slide 14 - Slide

Oefeningen
17b : Lees de zinnen. Je kan deze zinnen in de video horen. Kijk naar de video en vul de zinnen in met de signaalwoorden. 

17c : Lees de zinnen. Kijk nog een keer naar de video. Kies het goede antwoord. 

Slide 15 - Slide

Oefeningen

Aan de slag : Oefeningen 16 en 17. 

Als jullie vroeg klaar zijn : De woordenschat A herhalen. 

Slide 16 - Slide

Huiswerk 
Leerlingen die morgen op school moeten zijn en de proef leestoets hebben gemaakt : vergeet niet om jullie antwoorden mee te nemen naar de les!! We gaan deze samen checken! 

Slide 17 - Slide