6.2 Bloedvaten en bloesomloop

6.2 Bloedvaten en bloesomloop
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.2 Bloedvaten en bloesomloop

Slide 1 - Slide

1.  Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
2. Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
3. Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van het bloed daarin aangeven.

Slide 2 - Slide

Alle bloedvaten van een mens bij elkaar zijn honderdduizend kilometer lang. Dat is tweeënhalf keer de omtrek van de aarde.
Alle bloedvaten van een mens bij elkaar zijn honderdduizend kilometer lang. Dat is tweeënhalf keer de omtrek van de aarde.

Slide 3 - Slide

Bloedsomloop
 De weg die het bloed door het lichaam aflegt
dubbel
tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart. De dubbele bloedsomloop bestaat uit de kleine en de grote bloedsomloop.

Slide 4 - Slide

Kleine bloedsomloop
Functie: Zuurstof ophalen in de longen, co2 wegbrengen

Slide 5 - Slide

grote bloedsomloop
Functie: Zuurstof en voedingstoffen afgeven en co2 weghalen uit cellen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Soorten bloedvaten
Slagader: van het hart af
Ader: 
naar het hart toe

Slide 8 - Slide

Haarvaten
Slagaders die vertakt zijn in hele dunne vaten
hele dunne wand (1 cel laag)
stoffen kunnen door de wand heen

Slide 9 - Slide

Bouw van de aders

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Warmtetransport
Bloed vervoert de warmte die ontstaat bij de verbranding in ons lichaam
Hoe meer je beweegt hoe meer verbranding -> bloedvaten worden dan wijder

Slide 12 - Slide

Bloedvatenstelstel 
De meeste aders en slagaders hebben de naam van het orgaan waar ze vandaan komen of naartoe lopen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De lever
Leverslagader en de leverader
Poortader-> Vanuit darmen de voedingstoffen die net gegeten zijn (Veel of weinig glucose)
Een functie van de lever is het constant houden van de bloedsuikerspiegel 

Slide 15 - Slide

Bloedsuikerspiegel regelen
• Als het bloed in de poortader veel glucose bevat, zet de lever glucose om in glycogeen. Het glycogeen wordt opgeslagen in de lever. Er komt dan minder glucose in de bloedsomloop.
• Als het glucosegehalte van het bloed te laag wordt, zet de lever glycogeen weer om in glucose. Deze glucose wordt afgegeven aan het bloed in de leverader. Er komt dan meer glucose in de bloedsomloop.

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Bassistof 1: 1 tot en met 7
Bassistof 2: 1 tot en met 7
Klaar -> Maak een samenvatting van de belangrijkste begrippen van basisstof 1 en 2
timer
15:00

Slide 17 - Slide