les t/m les 25

Salvete omnes!
1 / 53
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Salvete omnes!

Slide 1 - Slide

timer
5:00
Maak een rebus van 2 activiteiten uit je vakantie. Zodadelijk gaan we een aantal proberen op te lossen >:-)

Slide 2 - Mind map

Lever de rebus in!

Slide 3 - Open question

Nog 8 weken school!
Wat kunnen jullie verwachten?

Les 25 gaan we nog doen, les 26 slaan we over, les 27 krijgen jullie een opdracht voor, les 29 en 30 doen we nog wel (HANNIBAL, yay!) (eerlijk is eerlijk, ik wil graag naar les 29 en Hannibal haha)

AcI, fut, fut ex (alle tijden dan gehad die er zijn in het Latijn >:-)) en passief (begin)


Slide 4 - Slide

Nog 8 weken school!
Ik wil jullie niet overladen met toetsen 

Woensdag a.s. deel 2 van de klas die SO over les 24 gaat maken
In de toetsweek (week 10) hebben jullie een GP voor Latijn 

Ik wil graag 1 toets daarnaast plannen - een teksttoets over les 29
12 juni (woensdag) of 17 juni (maandag)? 


Slide 5 - Slide

So it begins. Recap.
Vragende voornaamwoorden
Betrekkelijke voornaamwoorden

Slide 6 - Slide

KIES 2 VAN DE 4
Schrijf op in je schrift:
het volledige rijtje van:

servus
laeta
clarior
 qui  
timer
3:00

Slide 7 - Slide

mannelijk ev: servus, servi, servo, servum, servo
mv: servi, servorum, servis, servos, servis

vr/betr vnw ev: qui, cuius, cui, quem, quo
mv: qui, quorum, quibus, quos, quibus
vrouwelijk ev: laeta, laetae, laetae, laetam, laeta
mv: laetae, laetarum, laetis, laetas, laetis

comp ev: clarior, clarioris, clariori, clariorem, clariore
mv: clariores, clariorum, clarioribus, clariores, clarioribus


Slide 8 - Slide

Vragende voornaamwoorden hebben we ook gehad
Que? Precies! Die woorden met q- (of c-, okokok)
qui        quae      quod
cuius      cuius       cuius
cui       cui        cui
quem     quam      quod
quo     qua      quo
etc. 

Slide 9 - Slide

Zelfstandig

OP ZICHZELF!

- Quis id fecit? / Quid fecit?
(Wie heeft dit gedaan? / Wat heeft hij gedaan?)
OF in een naamval:
- Cui donum dat?
(Aan wie geeft hij een gift?)


Bijvoeglijk

CONGRUEERT! 

- In qua via servus ambulat?
(Langs/op welke weg/waarlangs loopt de slaaf?)
- Quem Pikachum Ash capit?
(Welke Pikachu vangt Ash?)
- Cui servo donum dat?
(Aan welke slaaf geeft hij een gift?)

Slide 10 - Slide

dat ev
dat mv
gen ev
abl ev
nom mv
quae 
quibus
qua
cuius
cui

Slide 11 - Drag question

Betrekkelijk voornaamwoord
Zelfde rijtje als het vragend voornaamwoord!

Slide 12 - Slide

dat ev vr
abl mv onz
gen ev ma
acc ev
acc mv 
quae 
quibus
quod
cuius
cui
quam

Slide 13 - Drag question

Bijvoeglijk vragend voornaamwoord


Congrueert in GETAL en GESLACHT EN NAAMVAL
omdat het bijvoeglijk vr. vnw. HOORT bij een zelfst. naamwoord


Quam urbem Romam vocamus?
Betrekkelijk voornaamwoord


Congrueert in GETAL en GESLACHT
omdat het betrekkelijk voornaamwoord een eigen functie in de zin heeft en alleen terugverwijst


Urbem, quae aedificata est, Romam vocamus. 

Slide 14 - Slide

Bijv. vr. vnw
Zelfst vr vnw
Betrek vnw
In qua lagoena ketchupus est?
Puer, cuius ... , fecit
Quid fit?
Qui puer .... fecit? 
Pikachus, qui .... , lacrimat

Slide 15 - Drag question

LET OP:
quod = acc ev onz
maar betekent ook OMDAT (les 8)

Slide 16 - Slide

Lezen inleidende tekst les 27 (blz. 94)

Slide 17 - Slide

Salvete omnes!

Slide 18 - Slide

Voor de vakantie gestart met les 25: Fullonia
t/m fundere
Daar zat nieuwe grammatica in waarvan ik dacht dat jullie die automatisch goed zouden vertalen
Ben benieuwd of ik dat goed had ingeschat - anders geen probleem, gaan we ermee oefenen :-)

Slide 19 - Slide

Voor de vakantie gestart met les 25: Fullonia
t/m fundere
1. Stephanus fullo servis mandata dederat. Dum
2. servi mandata prima perficiunt, dominus operis
3. progressum custodiebat. Stephanus vidit servos
4. vasa in via colligere et in aream portare. Audivit
5. servos vasa plena urinae in piscinam fulloniae
  fundere.

Slide 20 - Slide

Vingers:
Wie van jullie is hardhorend/beetje doof?

(soms heb ik zelf dat ik zeg: wat zei je? en dat DAN binnenkomt wat de ander zei - had het wel gehoord, had alleen even lag)

Slide 21 - Slide

A.c.I 
(iemand een gokje waar dit voor staat?)
na woorden als: zien, horen, voelen, menen, denken, bevelen,..
QUID???? QQQQUUUUIIDDDD?! 
Servus dicit: pikachus ibi ambulat!
Servus dicit pikachum ibi ambulare
Servus dicit: in piscina sto
Servus dicit se in piscina stare 

Slide 22 - Slide

A.c.I
na woorden als: zien, horen, voelen, menen, denken, bevelen,..

Servus dicit: pikachus ibi ambulat!
De slaaf zegt: pikachu loopt daar!

Servus dicit pikachum ibi ambulare
De slaaf zegt dat Pikachu daar loopt

Slide 23 - Slide

Fullonia
1. Stephanus fullo servis mandata dederat. Dum
2. servi mandata prima perficiunt, dominus operis
3. progressum custodiebat. Stephanus vidit servos
4. vasa in via colligere et in aream portare. Audivit
5. servos vasa plena urinae in piscinam fulloniae
  fundere.

Slide 24 - Slide

Salvete cives!

Slide 25 - Slide

Aantekening A.c.I.
Signaalwoorden: horen, bevelen, zien, merken, denken... 
> zin met 'dat' in het Nederlands beginnen: "ik hoor DAT..."
- eerste ACC wordt OW van de 'dat'-zin
- INF wordt persoonsvorm van de 'dat'-zin

LET OP de tijd van de inf!! 
INF praesens: vocare |  INF perfectum: vocavisse

Slide 26 - Slide

Aantekening A.c.I.
Signaalwoorden: horen, bevelen, zien, merken, denken... 
zin met 'dat' in het Nederlands beginnen: ik hoor DAT...
- eerste ACC wordt OW van de 'dat'-zin
- INF wordt persoonsvorm van de 'dat'-zin

LET OP de tijd van de inf!! 
INF praesens: vocare |  INF perfectum: vocavisse

Slide 27 - Slide

Voorbeeldzinnen
  • intellexit servos suos eorum domino maledicere.  
  • maar hij begreep dat zijn slaven roddelden over hun meester 

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laborare? 
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werken?

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laboravisse? 
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werkten/hebben gewerkt?


Slide 28 - Slide

Voorbeeldzinnen
  • intellexit servos suos eorum domino maledicere.  
  • maar hij begreep dat zijn slaven roddelden over hun meester 

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laborare
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werken?

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laboravisse
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werkten/hebben gewerkt?


Slide 29 - Slide

Infinitivus praesens
Infinitivus Perfectum
Gelijktijdig aan pers.v. HZ
Voortijdig aan pers.v. HZ
-re 
-isse
hij zei ... dat wij moesten...
Ik zeg ... dat hij wist.. 

Slide 30 - Drag question

vert. les 25 t/m r. 10 (dare)

(bespreken over 10 minuten)
timer
10:00

Slide 31 - Slide

Bespr. t/m r. 10 
6. Deinde iussit servos pedibus nudis in
7. piscina stare et vestes lavare. Inter laborem
8. gravissimum servi perpetue garriebant. Dixit
9. alius dominum crudelem esse, addidit alius
10. eum semper mandata sordida dare.

Slide 32 - Slide

vert. les 25 t/m r. 15 
(periculo esse)

(bespreken over 10 minuten)
timer
10:00

Slide 33 - Slide

r. 11-15
11. Stephanus sermonem servorum non optime audivit, sed

intellexit servos suos eorum domino maledicere.

Clamavit:'Desinite garrire. Non mihi placet vos

garrire. Nisi desinitis garrire, poena gravissima

vobis manet.'Servi scierunt se in periculo esse:

Slide 34 - Slide


Huiswerk volgende keer
(maandag 1e uur; 13 september)

vert. les 25 t/m r. 22

Slide 35 - Slide

Salvete omnes!

Slide 36 - Slide

Wat is het leukst dat je in het weekend
hebt gedaan / meegemaakt?

Slide 37 - Mind map

bespr. r. 11-15
11. Stephanus sermonem servorum non optime audivit, sed

12. intellexit servos suos eorum domino maledicere.

13. Clamavit:'Desinite garrire. Non mihi placet vos

14. garrire. Nisi desinitis garrire, poena gravissima

15. vobis manet.'Servi scierunt se in periculo esse:

Slide 38 - Slide

Vert. r. 21-25 (zodadelijk opgave bij om te bespreken)
Subito Stephanus clamavit: ‘Audivi vocem! Quis

erat? Cuius vocem audivi?’ Postquam servi diu

timide tacuerunt, Lysander respondit: ‘O domine,

ego dixi ehm  … ego dixi ehm  …’ Hedone celeriter

addidit: ‘Cunctos servos silentio laborare debere.



Slide 39 - Slide

Bespr. r. 16-20
16. olim dominus crudelis servos, quorum verba eum

17. laeserant, vendiderat. Silentio servi tristes lavabant

18. vestes. Intravit serva, cui dixit Lysander: ‘Ave,

19. Hedone, nonne sentis nos silentio laborare?

20. Iratior hodie dominus est.’



Slide 40 - Slide

Welke zin komt eruit?

Slide 41 - Slide

Salvete omnes!

Slide 42 - Slide

Les 26 t/m r. 6
1. Aiax est nomen asini, qui iterum iterumque in

2. pistrina molam movet: circumit, circumit,

3. circumit. Dum sine fine perpetuos suos orbes

4. similes facit, Aiax de vita cogitat: 

Slide 43 - Slide

Les 26 t/m r. 6
4 ... , Aiax de vita cogitat: ‘Memini temporis

5. iuventutis meae. Memini solem semper luxisse

6. herbasque in clivis Vesuvii montis suaviter oluisse.

Slide 44 - Slide

ler. woorden les 25
timer
5:00

Slide 45 - Slide

Les 26 doen we t/m r. 15
= tevens huiswerk voor de volgende keer 

Slide 46 - Slide

Salvete omnes!

Slide 47 - Slide

Huiswerkoverhoring
Tafels uit elkaar
Schrift en streepteksten op tafel
timer
11:11

Slide 48 - Slide

Wat is het leukst dat je in het weekend hebt gedaan / meegemaakt?

Slide 49 - Mind map

Salvete omnes!

Slide 50 - Slide




Even opwarmen / kennis ophalen van de vorige les:



Noteer 4 AcI's uit tekst 27
2x met een inf praes
2x met een inf pf

(na wat voor ww kan je ze ook alweer verwachten?)
(hoe zien een inf praes en inf pf er ook alweer uit?)

Slide 51 - Slide

Stippenpuzzel les 27
Welke tekening komt eruit?
Nog 15 min om hem af te maken

Voor +0,3 bonus 
timer
15:00

Slide 52 - Slide

Andere LessonUp voor 29 :-)

Slide 53 - Slide