P1_9_HGE hfd 3

Verhaalanalyse (5)
Aan het einde van de les:
  • Kun je 'Het gouden ei' H1+H2 samenvatten
  • Weet je het verschil tussen fabel en sujet
  • Weet je wat je moet leren voor de toets spelling
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Verhaalanalyse (5)
Aan het einde van de les:
  • Kun je 'Het gouden ei' H1+H2 samenvatten
  • Weet je het verschil tussen fabel en sujet
  • Weet je wat je moet leren voor de toets spelling

Slide 1 - Slide

Planning
  • Oefenen werkwoordspelling
  • Herhaling theorie verhaalanalyse tijd
  • Wat moet je leren voor de toets spelling?
  • 'Het gouden ei' 
  • Huiswerk voor de volgende les

Slide 2 - Slide

Oefenen werkwoordspelling
  1. Hij was zeer ... (vereren) door die opdracht! 

  2. Ik ben ervan overtuigd dat je hem meteen ... (herkennen) had.

  3. Wendy ... (watertanden) toen ze die lekkere taart zag.




Slide 3 - Slide

Oefenen werkwoordspelling
  1. Hij was zeer vereerd door die opdracht! 

  2. Ik ben ervan overtuigd dat je hem meteen herkend had.

  3. Wendy watertandde toen ze die lekkere taart zag.




Slide 4 - Slide

Check huiswerk
  • H7 Spelling:
    §8: opdr. 1 - 5

Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen een flashback en een terugwijzing?

Slide 6 - Open question

Wat bedoelen we met sujet?
A
De volgorde zoals het chronologisch zou zijn.
B
De volgorde van gebeurtenissen zoals in het verhaal.

Slide 7 - Quiz

Sujet
Fabel

Slide 8 - Drag question

  • Het sujet = hoe de schrijver het verhaal opschreef
  • De fabel = het echte chronologische verhaal.
'en toen.. en toen.. en toen..' 

Ezelsbruggetje: de 'S' van sujet staat voor 'schrijver'

  • Geen flashbacks of flashforwards? -> fabel = sujet

Slide 9 - Slide

Wat moet je leren voor de toets?
2 oktober toets spelling (weging 1, niet herkansbaar, 45 min)

  • §1 - §3 werkwoordspelling
  • §4 hoofdletters/kleine letters
  • §5 meervoudsvorming
  • §6 verkleinwoorden
  • §7 samenstellingen
  • §8 aan elkaar/los
  • §9 liggend streepje
  • §10 trema/apostrof/ accenttekens
  • §12 sommige(n)

Slide 10 - Slide

Het Gouden Ei - Tim Krabbé

Slide 11 - Slide

'Het gouden ei' tot nu toe
H1: Rex en Saskia zijn onderweg 
  • Rex plaagt Saskia
  • verdwijning bij benzinestation

H2: Rex en Lieneke zijn op vakantie
  • Rex denkt vaak terug aan Saskia
  • Rex wil drie ‘draken’ verslaan
  • Rex is egoïstisch: ‘En dan mag ik kiezen: ze blijft zo doorleven, óf ik zal alles te weten komen, in ruil voor haar dood. Dan laat ik haar dood gaan.’

Slide 12 - Slide

Huiswerk voor de volgende les
  • Nieuw Nederlands online H7:
    §9 opdr. 2 - 6
    §10 opdr 1 - 4 

Slide 13 - Slide