What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
klas 1 H27-H29 herhaling
klas 1 H27-H29 herhaling
lezen
herhalen ww.spelling
start H31
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
44 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
klas 1 H27-H29 herhaling
lezen
herhalen ww.spelling
start H31
Slide 1 - Slide
werkwoordspelling
A
hij niestte toen hij peper in zijn neus kreeg
B
hij nieste toen hij peper in zijn neus kreeg
C
hij niesde toen hij peper in zijn neus kreeg
D
hij niesden toen hij peper in zijn neus kreeg
Slide 2 - Quiz
Welk werkwoord is een sterk werkwoord?
A
Jij VERTELDE een leuk verhaal.
B
Wij WERKTEN vroeger bij de Albert Heijn.
C
Jij GROEIDE zo snel vroeger.
D
Wij DRONKEN teveel.
Slide 3 - Quiz
werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 4 - Quiz
Welke werkwoord is een sterk werkwoord?
A
rijden
B
dwalen
C
redden
D
glanzen
Slide 5 - Quiz
werkwoordspelling
A
hij heeft de boel belazerd
B
hij heeft de boel belazert
Slide 6 - Quiz
Het werkwoord 'vliegen' is een..... werkwoord
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig
Slide 7 - Quiz
werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Groningen.
B
Gisteren verhuisten we naar Groningen.
Slide 8 - Quiz
Het voorstel (bieden) een goede oplossing voor het probleem.
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
bied
B
bieden
C
biedt
D
biedden
Slide 9 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd
Slide 10 - Quiz
Engelse werkwoorden
Ik heb jaren als webdesigner (freelancen)
A
gefreelancet
B
gefreelanct
C
gefreelanced
D
gefreelancd
Slide 11 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 12 - Quiz
Welk Engels werkwoord is correct gespeld?
A
Hij racet naar huis.
B
Ik downloadt die file wel even voor je?
C
Hij heeft de overwinning geclaimt.
D
Zij flirte met hem.
Slide 13 - Quiz
Nu (beoordelen) de jury niet positief.
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
beoordeelt
B
beoordeeldt
C
beoordeeld
D
beoordelen
Slide 14 - Quiz
Gisteren (wachten) zijn zusjes niet op hem.
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
wachte
B
wachten
C
wachtte
D
wachtten
Slide 15 - Quiz
Dat het vaker (gebeuren) is, blijkt uit het rapport.
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
gebeurt
B
gebeurdt
C
gebeurd
D
gebeuren
Slide 16 - Quiz
De kinderen mogen daarover niet (klagen).
Hoe heet deze werkwoordsvorm?
A
PV TT
B
INF
C
PV VT
D
VD
Slide 17 - Quiz
De herdershond (gehoorzamen) tegenwoordig zijn baasje bijna nooit.
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
gehoorzaamd
B
gehoorzaamde
C
gehoorzaamt
D
gehoorzamen
Slide 18 - Quiz
Vorig jaar (geloven) mijn vader niet dat dat mogelijk was.
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
geloofde
B
geloofd
C
geloofdde
D
geloofdt
Slide 19 - Quiz
Het concertkaartje (worden) je morgen toegestuurd.
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
word
B
werd
C
wordt
D
worden
Slide 20 - Quiz
Het concertkaartje (worden) je morgen toegestuurd.
Hoe heet deze werkwoordsvorm?
A
PV TT
B
VD
C
PV VT
D
INF
Slide 21 - Quiz
Na 10 minuten werd de les weer (hervatten).
Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
hervat
B
hervadt
C
hervad
D
hervatten
Slide 22 - Quiz
Na 10 minuten werd de les weer (hervatten).
Hoe heet deze werkwoordsvorm?
A
PV TT
B
INF
C
PV VT
D
VD
Slide 23 - Quiz
Imran (branden) zijn vingers gisteren aan een kaars.
A
brande
B
brandde
C
brandden
D
branden
Slide 24 - Quiz
Maar iedereen heeft weleens (falen)
A
gefaald
B
gefaalt
C
gefalen
Slide 25 - Quiz
Nadia en Noah hebben dat (beloven)
A
belooft
B
beloovt
C
beloofd
D
beloovd
Slide 26 - Quiz
De vorige les (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 27 - Quiz
De vergrote foto's heb ik ingelijst.
A
vergrote
B
vergroten
C
vergrootte
D
vergrootten
Slide 28 - Quiz
De schoorstenen in mijn straat (roken), gisteren weer flink, omdat de kachels weer aangaan.
A
rookte
B
rookten
C
rookde
D
rookden
Slide 29 - Quiz
De kwajongens zijn flink (straffen) voor hun streken.
A
gestraft
B
gestrafd
C
gestrafft
D
gestraffd
Slide 30 - Quiz
Dan (beloven) dat veel voor de toets.
A
beloovt
B
beloovd
C
beloofd
D
belooft
Slide 31 - Quiz
Wat zijn de sterke werkwoorden?
A
beginnen, bieden, bijten en blazen
B
kijken, klagen, kosten, krabben
C
mailen, masseren, melden, mompelen
D
raden, regeren, roepen en ruiken
Slide 32 - Quiz
Mijn vriend ... (skaten, tt) altijd in de halfpipe in Zandvoort.
A
skatet
B
skate
C
skated
D
skat
Slide 33 - Quiz
Wij (lunchen, vt) dit weekend in het zonnetje.
A
lunchten
B
lunchden
C
lunchtten
D
lunchdden
Slide 34 - Quiz
Hij (deleten, tt) al zijn werkstukken van zijn computer.
A
deletet
B
delet
C
delete
Slide 35 - Quiz
H31 Waarom spreken we in Nederland Nederlands?
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
aan de slag
maak opdracht
Slide 41 - Slide
Wat is de meest gesproken (moeder)taal ter wereld?
A
Engels
B
Chinees
C
Spaans
D
Arabisch
Slide 42 - Quiz
Wat is de nummer 2. meest gesproken (moeder)taal ter wereld?
A
Engels
B
Chinees
C
Spaans
D
Arabisch
Slide 43 - Quiz
Noem eens twee talen die op elkaar lijken? D.w.z. waarvan de mensen die deze talen spreken elkaar (een beetje) kunnen verstaan?
Slide 44 - Mind map
More lessons like this
Quiz werkwoordspelling herhaling MP
November 2022
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
2H/V Oefen SO Spelling Werkwoorden PV / VD / INF /ENGELS 40 vragen
January 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Werkwoordsvormen - 1hv
January 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
V2 H27 Werkwoordspelling
May 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
HV1 - werkwoordspelling H27 , 28 en 29
April 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
V2 H27 Werkwoordspelling
November 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Werkwoordsvormen
January 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
wI.1h.thema6.les4
July 2021
- Lesson with
21 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1