BS 2 Bloedsomloop

BS2 De bloedsomloop 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

BS2 De bloedsomloop 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies
- Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen
- Je kunt de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bloedsomloop
- Het hart pompt het bloed door de bloedvaten. De weg die het bloed door het lichaam aflegt,
noem je de bloedsomloop. 
- 3 typen bloedvaten: Slagaders,
aders en haarvaten. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slagaders
- Dikke elastische wanden
- Veel druk op de wanden doordat het hart hier het bloed in pompt. 
- Hartslag in je polsen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Haarvaten
- Bloeddruk neemt sterk af. 
- Dunne wanden, zodat er vocht en voedingsstoffen eruit kunnen naar je cellen. 
- Koolstofdioxide en vocht met andere afvalstoffen kan dan weer opgenomen worden. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aders
- Bloed door aders terug naar
het hart
- Weinig bloeddruk
-Kleppen


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Kleine en grote bloedsomloop

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kleine bloedsomloop
- Bloed van het hart naar de longen door de longslagader
en weer naar het hart door
de longader
- Koolstofdioxide uit het
bloed naar de longblaasjes
en zuurstof uit de long-
blaasjes naar het bloed. 


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Grote bloedsomloop
- Bloed uit hart door aorta naar de organen. 
- Zuurstof naar de cellen en
koolstofdioxide uit de cellen. 
- Bloed door aders terug naar
het hart. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Maken basisstof 2

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De kleine bloedsomloop zorgt voor..
A
Opname O2 naar bloed en afgifte CO2 aan longblaasjes
B
Opname CO2 naar bloed en afgifte O2 aan longblaasjes
C
Afname koolstofdioxide in longblaasjes
D
Afname zuurstof in bloe

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waar is de bloeddruk het hoogst?
A
Haarvaten
B
Aders
C
Slagaders

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

In de aders stroomt het bloed meestal..
A
vanaf het hart
B
naar het hart

Slide 15 - Quiz

Wat is de uitzondering? Vragen aan de leerling...
Longader en longslagader. 
Welke bloedvaten hebben kleppen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk dat haarvaten dun zijn?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Hoe heet het bloedvat dat bloed naar de darmen vervoerd?
A
Darmader
B
Darmslagader
C
Darmvat
D
Hartslagader

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het bloedvat dat bloed vanaf de longen naar het hart vervoerd?
A
Longader
B
Longslagader
C
Longblaasje
D
Hartader

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het bloedvat dat bloed naar de lever vervoerd?
A
Leverslagader
B
Leverader
C
Darmader
D
Poortader

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies
- Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen
- Je kunt de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions