10.4 De ligging van een lijn ten opzichte van een cirkel

Maak 47
timer
5:00
1 / 16
next
Slide 1: Open question
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Maak 47
timer
5:00

Slide 1 - Open question

De ligging van een lijn ten opzichte van een cirkel
(snap je alles al? Maak 49)
  • Voor de ligging van een lijn ten opzichte van een cirkel zijn er drie mogelijkheden.
  • Krijg je na substitutie van y = ax + b in een cirkelvergelijking een tweedegraadsvergelijking waarvan de discriminant
  • groter is dan 0, dan zijn er twee snijpunten
  • gelijk is aan 0, dan raakt de lijn de cirkel
  • kleiner is dan 0, dan zijn er geen snijpunten. 

Slide 2 - Slide

De ligging van een lijn ten opzichte van een cirkel
(snap je alles al? Maak 49)

Slide 3 - Slide

De ligging van een lijn ten opzichte van een cirkel
(snap je alles al? Maak 49)
  • Om te bewijzen dat de lijn k: y = 2x -3 de cirkel                             c: x2 + y2 -4x + 2y = 20 in twee punten snijdt,
  • ga je als volgt te werk.
  • Substitutie van k in c geeft
  • x2 + (2x - 3)2 - 4x + 2(2x - 3) = 20
  • x2 + 4x2 - 12x + 9 - 4x + 4x - 6 = 20  

Slide 4 - Slide

De ligging van een lijn ten opzichte van een cirkel
(snap je alles al? Maak 49)
  • x2 + 4x2 - 12x + 9 - 4x + 4x - 6 = 20  
  • 5x2 - 12x - 17 = 0
  • D = (-12)2 - 4 * 5 * -17 = 484
  • D>0, dus lijn k snijdt cirkel c in twee punten.

Slide 5 - Slide

De ligging van een lijn ten opzichte van een cirkel
(Snap je alles al? Maak 49)
  • In het voorbeeld worden vergelijkingen opgesteld van lijnen met richtingscoëfficiënt 2 die een gegeven cirkel raken.
  • Er wordt uitgegaan van y = 2x + b.
  • Na substitutie in de cirkelvergelijking wordt gebruikt dat voor raken geldt D = 0.
  • Hiermee is b te berekenen. 

Slide 6 - Slide

Voorbeeld

Gegeven is de cirkel c: x2 + y2 -2x -4y = 0.
Er zijn twee lijnen met richtingscoëfficiënt 2 die c raken.
Stel van elk van deze lijnen een vergelijking op.

Slide 7 - Slide

Maak 55
Gegeven zijn de functie f(x) = 2√x, de cirkel
c: (x - 5)2 + (y - 2)2 = 5 en de lijn k:y = 1/2x + 2 die de grafiek
van f raakt in het punt A(4, 4).
Bewijs dat k ook raaklijn is van c.
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Cirkels en functies
  • Dit zijn over het algemeen problemen waarbij de uitwerking uit verschillende stappen bestaat.
  • Het is verstandig te bedenken welke stappen dit zijn en in welke volgorde je deze moet uitvoeren.
  • We zeggen dan dat je een strategie hebt ontwikkeld.
  • Kijk tijdens je uitwerking regelmatig of je de gekozen strategie nog volgt en met welke stap van de strategie je bezig bent. 

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
Gegeven is de functie f(x)= 2/x. De lijn k raakt de grafiek van f in het punt A met xA = 2. De cirkel c heeft middelpunt M met xm = xA en ym < 0, gaat door A en raakt de y-as. 
De lijn k snijdt c behalve in A ook in het punt B.
Bereken exact de coördinaten van B

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Benthe

Slide 15 - Slide

Aan het werk...
rechthoek: 49, 50, 51, 52, 56, 57, 58 + nakijken
cirkel: 49, 50, 51, 52 + nakijken
ster: 51, 52, 54, 57, 58 + nakijken
huiswerk: maken 53, 59, 60 + nakijken en insturen via teams

Slide 16 - Slide