Spanning en sensatie

Spanning en sensatie
Welkom! Pak je boek erbij, je chromebook is NIET nodig!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Spanning en sensatie
Welkom! Pak je boek erbij, je chromebook is NIET nodig!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Waarom is deze scene zo spannend?

Slide 3 - Slide

Aan het einde van de les...

  1. Weet je wat het verschil is tussen spanning en sensatie.
  2. Weet je waarom spanning en sensatie gebruikt worden om de aandacht vast te houden.
  3. Kun je spanning en sensatie herkennen in een verhaal. 

Slide 4 - Slide

Sensatie


Spanning
- Opwinding
- Een gevoel

- Nieuwsgierigheid
- Willen weten hoe het       verder gaat.
- Motiveert

Slide 5 - Slide

Herkenbaarheid
  • Herkenbaarheid (identificatie) is het startpunt van spanning.
  • De lezer of kijker moet zich in de hoofdpersoon kunnen herkennen.
  • Tijdens het lezen of kijken heb je vaak vragen, maar zodra je het antwoord weet, is de nieuwsgierigheid weg. 
  • Een schrijver moet hierop inspelen: wel wat informatie geven, maar niet teveel! 

Slide 6 - Slide

Whodunit
  • Misdaadverhaal: moord, roof, bedrog in liefde.
  • Hoofdpersoon, rechercheur of detective moet de dader vinden.
  • De kijker of lezer puzzelt mee.
  • Boeken: Sherlock Holmes, Agatha Christie
  • Films: Murder Mystery,  

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Thriller
  • De kijker weet van te voren al wie de dader is.
  • Kan de speurder de misdadiger te slim af zijn?
  • In thrillers staat de actie centraal.
  • Boeken: It ends with us, one of us is lying.
  • Films: Harry Potter, The Tourist, The Hunger Games.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Suspense
  • Steeds het gevoel hebben dat er iets ergs gaat gebeuren.
  • 2 benodigdheden: een personage dat naar iets verlangt, en een 'ding' wat de hoofdpersoon wil hebben.
  • De kijker wordt vaak op het verkeerde been gezet, dingen gaan vaak heel anders dan je verwacht had.



Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag
  • Pak bladzijde 156/157 van je boek erbij
  • Maak opdracht 1-8 en 10
  • Je hebt tot het einde van de les
  • Je werkt zelfstandig
  • Vragen? Steek je vinger op
  • Klaar? Lingo, lezen of werken aan een ander vak

Slide 12 - Slide