This lesson contains 22 slides, with text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Nederlands-Indië
Slide 1 - Slide
Je kunt beschrijven hoe Nederlands-Indië ontstond.
Je kunt beschrijven hoe Nederland de mensen in Nederlands-Indië bestuurde.
Je kunt uitleggen hoe de economie en de samenleving in Nederlands-Indië in elkaar zaten.
Leerdoelen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Ontstaan van Nederlands-Indië 1
Middeleeuwen: kleine groep adel, meeste mensen boer
17e/18e eeuw: VOC sticht handelsposten
1799: VOCfailliet
Nederlandse staat neemt alle bezittingen (ook gebieden) over van de VOC
Slide 4 - Slide
Ontstaan van Nederlands-Indië 2
De kolonie Nederlands-Indiëontstaat
In eerste instantie heeft de plaatselijke adel nog veel macht
Plaatselijke adel wordt (vaak met geweld) onderworpen
Begin 20e eeuw: NL is in heel Nederlands-Indië de baas
Slide 5 - Slide
Bestuur van Nederlands-Indië 1
indirect bestuur
Gouverneur-generaal aan het hoofd (= Nederlander)
Geholpen door NL'se ambtenaren en inheemse vorsten
Slide 6 - Slide
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal
Residenten
Regenten
Dorpshoofden
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Het indirect bestuur
Slide 10 - Slide
Bestuur van Nederlands-Indië 2
Verdeel-en-heerspolitiek om controle te bewaren = inheemse vorsten werden tegen elkaar uitgespeeld zodat ze niet gezamenlijk in opstand kwamen
Gewone bevolking had niets te zeggen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Cultuurstelsel 1
Nederland richt zich op exploitatie van de kolonie
= zorgen dat de kolonie geld oplevert
1830: op Java wordt het cultuurstelsel ingevoerd (economisch systeem)
Slide 13 - Slide
Cultuurstelsel 2
Javaanse boeren moeten 1/5 land bebouwen met koffie, tabak en suiker
hongersnoden
ontevreden Nederlandse ondernemers > geen geld verdienen
Slide 14 - Slide
Cultuurstelsel 3
Liberalen zijn voor vrije economie en willen eigen ondernemingen
1870 cultuurstelselwordt afgeschaft. Voortaan 'vrije' arbeid. Na afschaffing slavernij en cultuurstelsel: worden mensen uit Azië gehaald om het zware werk te doen. Koelies.