* Tijdens deze les oefen je voor de repetitie van volgende week (over heel thema 1).
* De oefeningen die voorbij komen zullen overeenkomen met het soort vragen dat je op de toets krijgt. * Aan het eind krijg je een duidelijk overzicht van welke pagina's uit welk boek je precies moet leren.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema 1
* Tijdens deze les oefen je voor de repetitie van volgende week (over heel thema 1).
* De oefeningen die voorbij komen zullen overeenkomen met het soort vragen dat je op de toets krijgt. * Aan het eind krijg je een duidelijk overzicht van welke pagina's uit welk boek je precies moet leren.
Slide 1 - Slide
Castor et Pollux
Eerst beginnen we met een mythe (ook belangrijk voor de toets). Luister goed naar het verhaal, je krijgt er straks vragen over.
Slide 2 - Slide
Waarom bezocht Jupiter Leda in de vorm van een zwaan?
Slide 3 - Open question
Hoeveel kinderen kreeg Leda?
A
2, twee jongens
B
2, een jongen en een meisje
C
4, allemaal jongens
D
4, twee jongens en twee meisjes
Slide 4 - Quiz
Wie was de godenzoon?
A
Castor
B
Pollux
Slide 5 - Quiz
Er gaan twee versies rond over de oplossing die Jupiter zijn zoons bood. Welke zijn juist?
A
Ze werden vereeuwigd als Romeinse goden met een tempel.
B
Ze woonden de ene dag bij hun moeder, de andere dag bij Jupiter.
C
Ze werden vereeuwigd als sterrenbeeld.
D
Ze woonden afwisselend op de Olympos en in het dodenrijk.
Slide 6 - Quiz
De ene dag leefden ze bij de Goden, de andere dag in het dodenrijk... Aan welke andere mythe doet je dit denken?
Slide 7 - Open question
Waarom worden Castor en Pollux als goden door de Romeinen vereerd?
Slide 8 - Open question
Waarom moest de tempel op de plek komen waar hij nu is gebouwd?
A
Daar hebben de paarden van de tweeling gedronken.
B
Daar is de vijand verslagen met behulp van de tweeling.
C
Daar bracht de tweeling het goede nieuws van de overwinning.
D
Deze plek had Jupiter aangewezen als heilige plek voor zijn zoons.
Slide 9 - Quiz
Wat moet je leren voor de toets? (1)
Cultuur - tekstboek pag. 22,24,26,28,32,33 - Neem ook de vertalingen van de Latijnse teksten van les 4,5 en 6 goed door (deze staan op de google drive).
Slide 10 - Slide
Wat betekent 'temptare'?
A
Tegenhouden
B
Proberen
C
Vallen
D
Overwinnen
Slide 11 - Quiz
Wat betekent ´Culpa´?
A
Schuld
B
Zorg
C
Godin
D
Vuur
Slide 12 - Quiz
Wat betekent 'pro'?
A
Dichtbij
B
Tegen
C
Straks
D
Voor
Slide 13 - Quiz
Wat is het meervoud van urbs?
A
Urbem
B
Urba
C
Urbes
D
Urbibus
Slide 14 - Quiz
Wat moet je leren voor de toets? (2)
Woorden -Alle dikgedrukte woorden van les 1 t/m 6.
- Bij zelfstandige naamwoorden van groep 3 leer je ook de meervoudsvorm, zodat je het woord kunt vervoegen.
- Let op: woorden leren zijn erg belangrijk voor de toets. Voor de zinnen die je gaat vertalen heb je kennis van de woorden nodig.
Slide 15 - Slide
Schrijf het rijtje van Uxor, uxores op.
Slide 16 - Open question
Rex vocat
A
Servum
B
In Roma
C
Necare
D
Dei
Slide 17 - Quiz
Rex servum iubet
A
Servum
B
In Roma
C
Necare
D
Dei
Slide 18 - Quiz
Colosseum est...
A
Servum
B
In Roma
C
Necare
D
Dei
Slide 19 - Quiz
Servus votum dicet
A
Servum
B
In Roma
C
Necare
D
Dei
Slide 20 - Quiz
Wat moet je leren voor de toets? (3)
Grammatica Hulpboek pag. 80 t/m 99 (1.1 t/m 1.9) Wat houdt dit in? - Verbuigingen zelfstandige naamwoorden (naamvallen) (stencil, zie ook google drive) - Verbuiging van het werkwoord - Verbuiging persoonlijk voornaamwoord (naamvallen)
Slide 21 - Slide
Tips om te oefenen!
- Pak de Latijnse teksten uit je tekstboek erbij. Ga ze opnieuw vertalen (dit kan ook met een afgedekte woordenlijst, dan check je meteen of je je woordjes kent). - Neem een werkwoord uit de tekst, kun je dit werkwoord vervoegen? Doe dit ook met zelfstandige naamwoorden die je tegenkomt.
Slide 22 - Slide
Overzicht leerstof:
- tekstboek pag. 22,24,26,28,32,33
- Neem ook de vertalingen van de Latijnse teksten van les 4,5 en 6 goed door (deze staan op de google drive). - tekstboek: dikgedrukte woorden les 1 t/m 6.