Weekkrant week 42 zelfstandig

Tekst 2: Penisplant staat in bloei
Lees het artikel en beantwoord de vragen.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Tekst 2: Penisplant staat in bloei
Lees het artikel en beantwoord de vragen.

Slide 1 - Slide

Hoe vaak bloeit de Penisplant?
A
Ieder jaar.
B
Eens in de tien jaar.
C
Eens in de 24 jaar.

Slide 2 - Quiz

Waarom heet de plant de penisplant?
A
Omdat de plant heel erg stinkt naar plas.
B
Omdat de plant bloeit met een lange vorm die op een penis lijkt.
C
Omdat de plant een medicijn is voor een ziekte aan de penis.

Slide 3 - Quiz

Hoe kan de plant zich voortplanten?
A
Doordat vliegen het stuifmeel verspreiden.
B
Doordat vliegen het stuifmeel komen brengen.
C
Doordat dieren de plant opeten.

Slide 4 - Quiz

Waar groeit de plant in het wild?
A
overal op de wereld.
B
in de bossen van het eiland Java, Indonesië.
C
In de tuin van de Universiteit van Leiden.

Slide 5 - Quiz

Zou jij de penisplant willen zien?
Ja
Nee
Misschien

Slide 6 - Poll

Verwijswoord
Een verwijswoord verwijst naar andere woorden in een tekst. Bijvoorbeeld alinea 1: 
Het is heel speciaal dat deze grote plant bloeit. 

'deze' verwijst naar: penisplant

Slide 7 - Slide

'Want dat gebeurt maar één keer in de 24 jaar'.

Noteer het verwijswoord en waar het naar verwijst.

Slide 8 - Open question

'Daar komen vliegen op af'.

Noteer het verwijswoord en waar het naar verwijst.

Slide 9 - Open question

'In het wild groeit hij alleen in de bossen van het Indonesische eiland Java'.

Noteer het verwijswoord en waar het naar verwijst.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Lees het artikel 'Ongeluk'.

Over welk ongeluk gaat het artikel?

Slide 12 - Open question

Wat ging er mis?

Slide 13 - Open question

Niemand snapt hoe het ongeluk kon gebeuren. Wat denk jij?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Klaar?
Dan mag je even rustig iets voor jezelf doen: 
Lezen?
Slim Stampen?
Toets voorbereiden?
Huiswerk maken?

Slide 16 - Slide