3k 4.4 Zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

4.4 Zenuwstelsel

Vandaag 3 april:

- Huiswerk gemaakt?

- Opfrissen 4.1 t/m 4.3

- Uitleg 4.4 + opdracht

- Opdrachten maken

Spelletje

Weten jullie de antwoorden op de volgende vragen?

Het zenuwstelsel

Alles wat je lichaam doet wordt geregeld door het zenuwstelsel.

Het zenuwstelsel bestaat uit:

- Hersenen

- Ruggenmerg 

- Zenuwen

hersenen + ruggenmerg = 

het centrale zenuwstelsel

Welke weg legt een prikkel af?

We hebben eerder geleerd:

Prikkel > zintuig > impuls > zenuw > hersenen

Nu komt het ruggenmerg erbij:

Prikkel > zintuig > impuls > zenuw > ruggenmerg > hersenen

Verschillende zenuwen

Elke impuls gaat langs 3 verschillende soorten zenuwcellen.

1. Gevoelszenuwcel (je voelt dat het water heet is)

2. Schakelzenuwcel (in het ruggenmerg, deze stuurt impuls door)

3. bewegingszenuwcel (je spier trekt aan, en je trekt je hand onder de kraan vandaan)

Opdracht

Jullie gaan in groepjes van 4 personen een opdracht maken

Dit mag in een presentatie zijn of een zelfgemaakte video

Vandaag

Dinsdag 4 april

-Uitleg hersenen

- Werken aan opdrachten

/

Werken aan gezamenlijke opdracht

Nakomen

Morgen 5 april. 8.20 uur in het kaderdomein

Noelle - Huiswerk

Lars - 3 waarschuwingen

Amber - Huiswerk

Arabella - Huiswerk

Roel - Huiswerk

Overschrijven hoofdstuk 4. 

Hersenen

Bestaan uit 3 onderdelen:

- Grote hersenen

- Kleine hersenen

- Hersenstam

Wat doen al die onderdelen?

- Grote hersenen.

Zorgt voor bewuste reacties (praten, denken, voelen enz.)

Maar ook het opslaan van informatie = je geheugen

De grote hersenen worden opgedeeld in kleine stukjes, deze hebben allemaal een eigen taak. Zo'n stukje heet een hersencentrum

Wat doen al die onderdelen?

- Kleine hersenen

Zorgt voor de coördinatie van bewegingen en evenwicht

=

In de juiste volgorde het samentrekken van spieren

Wat doen al die onderdelen?

-Hersenstam

Verbinding van grote en kleine hersenen

Zorgt voor coördinatie van onbewuste processen

(zoals hartslag, ademhaling en reflexen)

 Invloed op de hersenen

Sommige stoffen hebben invloed op de hersenen 

- Drugs

- Alcohol

- Medicijnen

Alcohol

Voordeel:

 je denkt dat je meer kan en durft meer

 = de remming gaat weg

Nadeel:

Je concentratie en geheugen worden minder. Hierdoor kunnen leerproblemen ontstaan. Je maakt sneller fouten

Uitproberen van drugs en grenzen verkennen moet kunnen als jongere.

Eens

Oneens

Twijfel

Ik heb wel eens drugs gebruikt

nee nog nooit

1 keer

ik heb een paar keer drugs gebruikt

ik gebruik regelmatig drugs

Drugs

Voordeel:

je kan je vrolijk, ontspannen en zelfverzekerd voelen

Nadeel:

Je concentratie verminderd en je geheugen gaat achteruit.

Daarnaast is het verslavend, je lichaam wilt steeds meer voor hetzelfde effect

Medicijnen

Van sommige medicijnen kan je suf en traag worden

Dit staat dan in de bijsluiter.

Hierdoor kan het voorkomen dat je niet mag rijden 

(of op de scooter mag)

Huiswerk

Dinsdag 11 april: alle opdrachten t/m 4.4 af.

Verder werken aan de gezamenlijke opdracht