Vochtbalans

Voedingsproblemen en vochtbalans
VPK rekenen- deel 1
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voedingsproblemen en vochtbalans
VPK rekenen- deel 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt: 
  1. Uitleggen welke functies water heeft in ons lichaam.
  2. Uitleggen hoe het lichaam de vochtbalans reguleert.
  3. Verklaren welke zorg zinvol is bij (dreigende) afwijkingen in de vochtbalans.
  4. Je kunt uitleggen hoe de vochtbalans van een zorgvrager gecontroleerd kan worden.
  5. Je kunt minimaal twee voedingsproblemen omschrijven
  6. Je kunt minimaal twee oorzaken van verslikken benoemen
  7. Je kunt een vochtbalans invullen en een gevolg van een negatieve en positieve vochtbalans benoemen



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het menselijk lichaam bestaat uit ...% water.
A
30
B
40
C
60
D
90

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Water in het lichaam
Het lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water
  • het meeste zit in de cellen (intracellulair)
  • daarna volgen de weefsels (extracellulair)
  • en dan het bloed

We kunnen maar max 3 dagen zonder water!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Functies van vocht
  • Onderhoud van de gezondheid van lichaamscellen
  • Transportsysteem
  • Verwijderen van bijproducten van de stofwisseling
  • Regeling van lichaamstemperatuur door zweten
  • Schokdemping in ogen, ruggenmerg en in vruchtzak rondom de foetus tijdens zwangerschap. 

Slide 5 - Slide

H13, bladzijde 144
Osmose
Veel waterverplaatsing:
  1. Nieren: 180 liter voorurine => 1,5 liter urine
  2. Darmen: 8 liter spijsverteringssap => 200 ml vocht in feces

Vochtverplaatsing door osmose
Semipermeabel = halfdoorlatend

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verlies van vocht
  • Via de luchtwegen ( 300 - 400ml)
  • Via urine (wisselend)
  • Via ontlasting (100ml per keer - bij diarree kan het oplopen tot enkele liters)
  • Via de huid (500ml per dag) 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vochtbalans
Het lichaam houdt het waterpeil in evenwicht
  • een vochtbalans bestaat uit een hoeveelheid ingenomen vocht en een hoeveelheid uitgescheiden vocht

Dus heel simpel; wat komt erin en wat gaat eruit.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nieren regelen hoeveelheid vocht
Negatieve vochtbalans?
=> nieren produceren minder urine
Urine sterk geconcentreerd = donkergeel

Veel vocht in het lichaam?
=> nieren produceren meer urine
Urine waterig / kleurloos


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke hormonen regulatie vochtbalans:

Aldosteron = meer natrium vasthouden
ADH (antidiuretisch hormoon) = meer water vasthouden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak overhydratie
  1. Circulatiestoornissen (hartfalen)
  2. Chronisch tekort aan eiwit in het bloed (ondervoeding, leverstoornis, nierziekten)
  3. Nieren houden teveel vocht vast (slechte doorbloeding)
  4. Plaatselijk: trombose


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Behandeling overhydratie
Afhankelijk van oorzaak

  1. Hartfalen: vochtafdrijvende middelen / plastabletten (diuretica)
  2. Nierstoornissen: zoutbeperking
  3. Oedeem in benen? Zwachtels / elastische kousen



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Behandeling dehydratie
Vocht toedienen evt met glucose en zout

Gevaar = hypovolemische shock
Tekort aan volume
Sterke bloeddrukdaling
Vitale organen krijgen te weinig bloed
Levensbedreigend!
Onmiddellijk vocht toedienen


Slide 17 - Slide

Hypovolemische shock wordt veroorzaakt door een tekort aan volume in de bloedvaten. Dit kan gebeuren door ernstige inwendige of uitwendige bloedingen
Wat wordt DOORGAANS meegerekend bij het opstellen van de vochtbalans?

(Let op: het juiste antwoord is onvolledig!)
A
infusie, drinken, uitademing en UP
B
drinken, infusie, transpiratie en drains
C
infusie, sondevoeding, UP en diarree
D
infusie, drinken, UP en drainproductie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Mw O dronk 1200 ml afgelopen 24 uur. Ze had 750 ml SV. Drainproductie was 50 ml. UP was 900 ml.
Maak de balans op. Is deze positief of negatief?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

vochtlijst bijhouden of wegen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voedingsproblemen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voedingsproblemen
Voeding bij koorts
Voeding bij darmproblemen --> diarree / obstipatie
Voeding bij kauw en slikproblemen
Voedselovergevoeligheid
Voedselintolerantie

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke adviezen geef je bij slechte eetlust door ziekte?

- Bouillon om eetlust op te wekken
- Smakelijk opdienen van eten
- Vaker kleine hoeveelheden
- Geen vette voeding
- Zet het eten zo neer dat de patiënt er makkelijk bij kan
- Geef eten die de patiënt lekker vindt
- Geef eten met een zuurfrisse smaak




- Geef voeding wat makkelijk te kauwen en te doorslikken is
- Voeding op juiste temperatuur
- Hulpmiddelen gebruiken
- Luister goed naar de wensen van de patiënt.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Kauw en slikproblemen

• Neurologische aandoening
• Te hoge spierspanning
• Problemen met kauwen
• Problemen met slikken
• Overmatige vorming van speeksel

Slide 24 - Slide

This item has no instructions


Specifieke problemen bij slikproblemen
Hoe herken je slikproblemen?
- voortdurend slikbewegingen maken
- voortdurend hoesten
- pijn bij het slikken
- erg langzaam eten
- snelle vermoeidheid tijdens het eten
- uit de mond lopen van eten en drinken

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je doen om de kans op
verslikken te verkleinen?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Te weinig voeding
• Ondergewicht overeenkomstig BMI
• Passief, lusteloos
• Chronisch vermoeidheid (altijd moe zijn)
• Verminderde functies lichaam
• Verminderde belemmerde stoelgang

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Teveel voeding
• Overgewicht overeenkomstig BMI
• Verminderd bewegingspatroon
• Chronisch vermoeidheid
• Verminderde functies lichaam
• Verminderde, belemmerde stoelgang/uitscheiding

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Vochttekort
• Lusteloosheid
• Sufheid
• Gebrek aan eetlust
• Inactief zijn
• Droge, beslagen tong
• Droge, diepliggende ogen
• Verminderde diurese (afscheiding / hoeveelheid urine)
Donkere urine
• Droge, niet elastische huid

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Teveel vocht
Oedeem
Benauwdheid
Verhoogde hartslag (normale hartslag: 60-70)
Verhoogde plasdrang
Verhoogde bloeddruk (normaal 120/80)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions