Paragraaf 6.2

Goedemiddag allemaal
Wat gaan we vandaag doen?
-Lesdoel deze les opstellen
-Uitleg: kwadraten van een negatief getal
-Opdracht 7 (& bespreken)
-Uitleg: Rekenen met een kwadratisch verband
-Samen opdracht 11
-Aan de slag
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemiddag allemaal
Wat gaan we vandaag doen?
-Lesdoel deze les opstellen
-Uitleg: kwadraten van een negatief getal
-Opdracht 7 (& bespreken)
-Uitleg: Rekenen met een kwadratisch verband
-Samen opdracht 11
-Aan de slag

Slide 1 - Slide

Bekijk blz. 13-16.
Beantwoord de vraag: wat moet je op het einde van deze les kunnen?
Begin je antwoord met: ik kan...........

Slide 2 - Open question

Bekijk de formules (in het blauw) op blz. 19 t/m 28. Wat moet er sowieso in een kwadratisch verband staan?

Slide 3 - Open question

Reken uit met je rekenmachine:

62
A
36
B
-36

Slide 4 - Quiz

Reken uit met je rekenmachine:

(6)2
A
36
B
-36

Slide 5 - Quiz

Uitleg: rekenen met negatieve kwadraten
Om te onthouden:
-62 betekent -6 x 6
(-6)2 betekent -6 x -6

Als je de vraag krijgt: bereken het kwadraat van -5, gebruik altijd haakjes. Vul deze ook in op je rekenmachine!
negatief x positief = negatief
negatief x negatief = positief

Slide 6 - Slide

Opdracht 17 (blz. 19)
Maak in 3 min. opdracht 17 op bladzijde 19.

Deze opdracht is belangrijk om te kijken of je de som goed overneemt op je rekenmachine!

Slide 7 - Slide

Kwadratisch verband
Een verband heeft variabelen (in het voorbeeld de h en a)
Als bij een van die variabelen een kwadraat staat noemen we het een kwadratisch verband.
Moet je op de plek van de variabele een negatief getal invullen: gebruik dan haakjes. BV. vul in a=-3

Slide 8 - Slide

Kwadratisch verband
(de parabool)
De grafiek van een kwadratisch verband heet een parabool.
Om die te kunnen tekenen zet je de punten van een tabel in een assenstelsel en teken je een vloeiende lijn.
De parabool is symmetrisch. Links en rechts van de top moet er hetzelfde uitzien

Slide 9 - Slide

Opdracht 24 (blz 23), 9 min.

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Wat? Opdracht 17, 18, 
20 t/m 24, je mag 1 opdracht overslaan (blz. 19 t/m 23)
Hoe? Teken altijd met potlood
Gebruik je rekenmachine voor de berekeningen.
De berekening hoef je bij een tabel niet op te schrijven
Hulp? Steek je hand op
Klaar? Kijk de opdrachten na en verbeter jezelf met een ander kleur pen/potlood

Slide 11 - Slide