What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
7 jan.: oefenen Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.3 t/m 5.9
7 jan. - oefenen Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.7 en 5.9
Mavo 2 periode 3
week 17 1e les (7 januari)
1 / 49
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
49 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
7 jan. - oefenen Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.7 en 5.9
Mavo 2 periode 3
week 17 1e les (7 januari)
Slide 1 - Slide
Welkom
plattegrond: Van mentor???
timer
5:00
Slide 2 - Slide
Planning
Lezen: nog steeds uit je eigen leesboek ! (februari: PO-opdracht)
Startopdracht
Oefenen met alle woordsoorten
~pauze~
Zelfstandig oefenen met woordsoorten: online 5 § 11
Afsluiting
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Startopdracht
Deze sleutel past op dat grote slot.
Deze =
sleutel =
past =
dat =
grote =
slot =
timer
5:00
Slide 4 - Slide
in AGENDA noteren✓
Heb je alle woordsoorten geleerd van
het bewaarblad?
Agenda:
8 januari: SO Woordsoorten!
29 januari: SO ww-spelling
4 februari: boek uit + PO-schrijfopdracht
12 februari: SO Lezen 1.4
maart: presentaties in periode 4
Slide 5 - Slide
Oefenen woordsoorten
timer
15:00
Slide 6 - Slide
Kies de woordsoort van het onderstreepte woord.
1. We hebben u vorige week een brief gestuurd
2. De sleutels liggen op het plankje bij de kapstok
werkwoord
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
voegwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
u
bij
Slide 7 - Drag question
Kies de woordsoort van het onderstreepte woord.
3. Mireille heeft een portemonnee gevonden op straat.
4. Wil je Griekse yoghurt voor me meenemen uit de supermarkt?
werkwoord
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
voegwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
Mireille
Griekse
Slide 8 - Drag question
6. Welk woord is een andere woordsoort dan de andere woorden?
A
jouw
B
mijn
C
uw
D
hem
Slide 9 - Quiz
Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
groene
B
sterke
C
man
D
boze
Slide 10 - Quiz
'groot ' en 'mooi' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over
A
een zelfstandig naamwoord
B
een werkwoord
Slide 11 - Quiz
wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, fietsen, denken
Slide 12 - Quiz
Weet je nog wat bezittelijke voornaamwoorden zijn? Zoek het bezittelijk voornaamwoord.
A
hem
B
ik
C
wij
D
mijn
Slide 13 - Quiz
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat iets van iemand is. Welke van deze woorden is een bezittelijk voornaamwoord?
A
mij
B
mijn
Slide 14 - Quiz
7. Welk woord is een andere woordsoort dan de andere woorden?
A
ben
B
in
C
naast
D
op
Slide 15 - Quiz
8. Welk woord is een andere woordsoort dan de andere woorden?
A
blauw
B
breed
C
grappig
D
zand
Slide 16 - Quiz
9. Welk woord is een andere woordsoort dan de andere woorden?
A
bent
B
gegeven
C
kwamen
D
toen
Slide 17 - Quiz
10. Op mijn vensterbank zit een vogel.
A
vw – bez. vnw – zn – ww – lw – zn
B
vz – bez. vnw – zn – ww – lw – zn
C
vz – pers. vnw – zn – ww – lw – zn
D
vw – pers. vnw – zn – ww – lw – zn
Slide 18 - Quiz
11. Wil je bij mij blijven eten?
A
ww – pers. vnw – vz – pers. vnw – ww – ww
B
ww – bez. vnw – vw – pers. vnw – ww – zn
C
ww – pers. vnw – vw – bez. vnw – ww – ww
D
ww – pers. vnw – vz – bez. vnw – ww – zn
Slide 19 - Quiz
12. Ik bracht mijn oma kersen en pruimen.
A
pers. vnw – ww – bez. vnw – pers. vnw – zn – vw – zn
B
zn – ww – bez. vnw – zn – zn – vw – zn
C
pers. vnw – ww – pers. vnw – zn – zn – vz – zn
D
pers. vnw – ww – bez. vnw – zn – zn – vw – zn
Slide 20 - Quiz
Is het onderstreepte woord een persoonlijk of een bezittelijk voornaamwoord?
14. We overhandigen hun het cadeau
15. Jullie mogen meedoen met de show.
16. Het is zijn beurt om het antwoord te geven.
17. Zij hebben ons nieuwe huis nog niet gezien.
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
hun
Jullie
zijn
ons
Slide 21 - Drag question
13. Jouw kleine broertje is vrolijk.
A
pers. vnw – bn – zn – ww – zn
B
pers. vnw – bn – zn – ww – bn
C
bez. vnw – bn – zn – ww – zn
D
bez. vnw – bn – zn – ww – bn
Slide 22 - Quiz
Kies de woordsoort van het onderstreepte woord.
18. Met een stift tekende ik een smiley op het papier.
19. Je handschrift is mooi.
werkwoord
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
voegwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
Met
Je
een
ik
papier
handschrift
is
mooi
Slide 23 - Drag question
Kies de woordsoort van het onderstreepte woord.
20. Tijdens de wandeling neem ik water mee, zodat we geen dorst krijgen.
21. De linten en strikken liggen in de kast bij het raam.
werkwoord
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
voegwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
zodat
we
dorst
De
en
liggen
het
Slide 24 - Drag question
~pauze~
timer
5:00
Slide 25 - Slide
Aan het werk
Vragen beantwoorden
en/of
maak online Cursus 5 § 11 WS Mixopdrachten
timer
15:00
Slide 26 - Slide
Afsluiting
Check de doelen bij jezelf:
Ik weet wat woordsoorten zijn.
Ik ken het werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en het voorzetsel.
Ik ken het voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord en het vragend voornaamwoord.
timer
5:00
Slide 27 - Slide
Volgende les 8 januari:
SO Woordsoorten
Huiswerk :
leren en oefenen voor SO
Slide 28 - Slide
Om de beurt kom je naar voren.
We gaan 30 sec. spelen.
timer
0:30
Slide 29 - Slide
30 seconds
aardbei
slager
zweefmolen
waterkraan
nijlpaard
timer
0:30
Slide 30 - Slide
30 seconds
achtbaan
docent
zeepaardje
pollepel
banaan
timer
0:30
Slide 31 - Slide
30 seconds
madeliefje
vliegtuig
schroevendraaier
brandweerman
kastanje
timer
0:30
Slide 32 - Slide
30 seconds
strontvlieg
botsauto's
placemat
mango
achterdeur
timer
0:30
Slide 33 - Slide
30 seconds
waterkraan
haarspeldje
zonnebloem
tulp
piloot
timer
0:30
Slide 34 - Slide
30 seconds
koekenpan
metro
druiven
spookhuis
vermenigvuldigen
timer
0:30
Slide 35 - Slide
30 seconds
croissant
struik
bestek
paraplu
walvis
timer
0:30
Slide 36 - Slide
30 seconds
step
brillenkoker
KFC
lammetje
engel
timer
0:30
Slide 37 - Slide
30 seconds
Australië
gitaar
deurmat
ananas
regenjas
timer
0:30
Slide 38 - Slide
30 seconds
onweer
verkeersbord
gordijnen
mier
nachtmerrie
timer
0:30
Slide 39 - Slide
30 seconds
thermosfles
rits
stoeptegel
narcis
vraagteken
timer
0:30
Slide 40 - Slide
30 seconds
Texel
waterpas
broekriem
drumstel
varken
timer
0:30
Slide 41 - Slide
30 seconds
schoorsteen
stewardess
sneeuwpop
paard
Rome
timer
0:30
Slide 42 - Slide
30 seconds
viool
chocolade reep
Rembrandt van Rijn
korte broek
snijplank
timer
0:30
Slide 43 - Slide
30 seconds
broodje knakworst
Nederland
balkon
bloemkool
hond
timer
0:30
Slide 44 - Slide
30 seconds
trompet
boterham
elastiekje
Oostenrijk
hardlopen
timer
0:30
Slide 45 - Slide
30 seconds
kussen
Picasso
microfoon
juf
appeltaart
timer
0:30
Slide 46 - Slide
30 seconds
pizza margarita
tafelpoot
fietsbel
giraf
punaise
timer
0:30
Slide 47 - Slide
30 seconds
Tafelkleed
telefoonhoesje
boom
beschuit
geschiedenis
timer
0:30
Slide 48 - Slide
30 seconds
K3
Goede tijden slechte tijden
laptop
elastiek
leesboek
timer
0:30
Slide 49 - Slide
More lessons like this
7 jan.: oefenen Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.3 t/m 5.9
7 days ago
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2KGT Grammatica woordsoorten
April 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
2KGT Grammatica woordsoorten
7 days ago
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Woordsoorten in het Nederlands
March 2023
- Lesson with
15 slides
26 nov.: start Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.3 en 5.5
October 2024
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Woordsoorten - groep 7
January 2021
- Lesson with
24 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Laatste les voor de toets
November 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2