34e les

1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

lundi le 13 décembre
Bienvenue dans la classe de français!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

AUJOURD'HUI
  • oefenen met woorden 
  • en het bezittelijk voornaamwoord


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

(mijn) père
(mijn) cousine
(haar) cousins
(haar) père
(jouw) oncle
ma
mes
son
mon
ton
ses

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (haar) organisation (v)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
sa
B
tes
C
son
D
ses

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
m'amie
D
mon ami

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père (mannelijk enkelvoud)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles (mannelijk meervoud)
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père (mannelijk enkelvoud)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Repetitie nakijken
  • Il y a une fille  - il y a des filles. (Er is een meisje. Er zijn meijsjes.)
  • c'est Tom - ce sont des filles. 
    Het is Tom. Het zijn meisjes. 
  • de jongen -- > le garçon--> m in het Frans --> IL
  • het meisje --> la fille --> v in het Frans--> ELLE
  • het college--> le collège--> m in het Frans--> IL 
  • Het college is dichtbij.
  •  Le collège est tout près. IL est tout près. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions

Slide 17 - Link

This item has no instructions

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Iedereen aan het leren 
Vragen?
Hand omhoog! 
timer
0:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Regels in de klas 
  1. Telefoons op stil & in de telefoontas, plaatsnemen en spullen op tafel
  2. Op dezelfde plek zitten. 
  3. Spullen compleet en opgeladen  (Chromebook, werkboek ,schrift, etui)
  4. Hand opsteken, als je iets wilt vragen of zeggen.
  5. Niet door mij heen praten.
  6. Wanneer iemand aan het woord is dan is de rest stil.
  7.  Er zijn geen domme vragen. We lachen elkaar niet uit. 
  8. Huiswerk maken en bij de volgende les laten zien.

Slide 22 - Slide

Deze regels zorgen ervoor dat we samen goed en met plezier kunnen leren. Deze regels zijn bedoeld om ieder van ons te ondersteunen. Er hoort een uitleg bij iedere regel. Dit bespreken we in de les. 
als je niet meer weet hoe de regel je helpt, vraag mij nog een keer. In deze les zijn er geen domme vragen. Vragen betekent namelijk dat je al bezig bent met leren en onthouden. 
Unité 2 Moi et les autres.

Ma famille habite à Grenoble. J'ai un frère. J'ai un père et une mère. Et toi? 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Iedereen aan het leren 
Vragen?
Hand omhoog! 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Link

This item has no instructions