38e les

1 / 36
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

AUJOURD'HUI                         VANDAAG 
  • Neusklanken en luisteren
  • Telwoorden?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

mardi le 21 décembre
Bienvenue dans la classe de français!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Regels - Digitale les
  • aanwezigheid verplicht (wordt in Magister geregistreerd)
  • camera aanzetten en in beeld zijn
  • microfoon op mute, indien je niets hoeft te zeggen.
  • hand omhoog voor vragen of vragen in de chat
  • Maak en deel geen opnames of foto's. Het is wettelijk verboden!
  • Pen, papier/schrift en boek erbij: Maak aantekeningen! 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Boek p. 60
Exercice 11

Tilde (ã, õ, ñ)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

une chanson de Noël    
  • We gaan samen luisteren naar het Franse kerstlied "Vive le vent!"
  • Straks luisteren we opnieuw met opdrachten. 
  • Klaar? Vous êtes prêts? 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

une chanson de Noël    
  • We luisteren nog een keer.
  • Pak pen en papier.
  • Schrijf de Franse woorden op die je al kent.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Schrijf de Franse woorden
(en hun vertaling in het Nederlands)
die je in het liedje herkend hebt.

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

des mots   ...        woorden
le  tout  un  monsieur  avec  sa  dans  la  et  les  il petit
enfant  va  grands  temps  jour  l'an   grand-mère  le village  c'est l heure  où  maison  fête  même  {la table (app 8)   de tafel}
  • blanc    wit  (m)   blanche wit (v)    le chemin = het pad
  • la neige  de sneeuw        
  •  le vent  de wind 
  • l'hiver (m) de winter 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vive le vent" is de Franse versie van Jingle Bells. Waarover gaat het liedje?
A
Het gaat over een familie die in een berg woont en alles aan het voorbereiden is voor de kerst.
B
Het gaat om een beschrijving van hoe Franse mensen kerst vieren.
C
Het gaat over het welkom heten van de winter, met zijn wind die door de grote sparren waait, de sneeuw die alles wit maakt en het nieuwe jaar dat er aankomt.
D
Het gaat om hetzelfde als in het lied Jingle Bells. Te weten een ritje met de slee, waarbij je belletjes hoort.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

[ ãn ]
[ õn  ]
[ ĩn]
enfant
dans
le vent
grand
temps
chemin
long
chanson
on
maison
sapin
main
l'an 
monsieur 
blanc
danse
chante

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

des enfants
il y a du vent
chanson
le bonhomme de neige
sapin
la main
blanc

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Boek p. 61
Exercice 14


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Boek p. 61
Exercice 15
Travaillez à deux.
Werk samen. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

(mijn) père
(mijn) cousine
(haar) cousins
(haar) père
(jouw) oncle
ma
mes
son
mon
ton
ses

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
sa
B
tes
C
son
D
ses

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
m'amie
D
mon ami

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Link

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (zijn) organisation (v)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Iedereen aan het leren 
Vragen?
Hand omhoog! 
timer
0:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Regels in de klas 
  1. Telefoons op stil & in de telefoontas, plaatsnemen en spullen op tafel
  2. Op dezelfde plek zitten. 
  3. Spullen compleet en opgeladen  (Chromebook, werkboek ,schrift, etui)
  4. Hand opsteken, als je iets wilt vragen of zeggen.
  5. Niet door mij heen praten.
  6. Wanneer iemand aan het woord is dan is de rest stil.
  7.  Er zijn geen domme vragen. We lachen elkaar niet uit. 
  8. Huiswerk maken en bij de volgende les laten zien.

Slide 33 - Slide

Deze regels zorgen ervoor dat we samen goed en met plezier kunnen leren. Deze regels zijn bedoeld om ieder van ons te ondersteunen. Er hoort een uitleg bij iedere regel. Dit bespreken we in de les. 
als je niet meer weet hoe de regel je helpt, vraag mij nog een keer. In deze les zijn er geen domme vragen. Vragen betekent namelijk dat je al bezig bent met leren en onthouden. 
Unité 2 Moi et les autres.

Ma famille habite à Grenoble. J'ai un frère. J'ai un père et une mère. Et toi? 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Iedereen aan het leren 
Vragen?
Hand omhoog! 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Link

This item has no instructions