Trainingsleer lj2 oefenles toets 3

• Trainingsleer
• MBO
• Studiejaar 2

Oefenles trainingsleer 

Oefenles voor

toets 3

Toets 3 trainingsleer

BOS2A en TC2 vrijdag 15 januari 10.00 uur BRAS

BOS2B woensdag 13 januari 9.00 uur Bras

Vraag 1: Benoem 2 redenen waarom wij een test zouden uitvoeren.

Vraag 2: Beschrijf in eigen woorden wat een maximaal test is. Benoem in je beschrijving ook een voorbeeld van een maximaal test.

Vraag 3: Benoem minimaal 2 voorwaarden waar een ‘Goede’ test aan moet voldoen. Beschrijf dit aan de hand van een voorbeeld.

Vraag 4: Wat wordt er bedoeld met een “SMART” doelstelling? Leg zo concreet mogelijk uit.

Vraag 5: Er zijn verschillende verschijningsvormen van snelheid. Benoem er minimaal 2 en leg deze zo concreet mogelijk uit met een voorbeeld.

Sleep bovenstaande woorden (model van van Gelder) in de juiste volgorde.

Doelstelling

Evaluatie

Beginsituatie

Trainen

bijstellen

Vraag 7: Na 6 weken trainen blijft een sporter op hetzelfde niveau hangen, er wordt geen vooruitgang meer geboekt. Welk trainingsprincipe zou je nu het beste kunnen toepassen?

1. duurzaamheid
2. verminderde meeropbrengst
3. Specificiteit
4. overload

Vraag 8: Als we kijken naar verschillende trainingsmethoden dan kom je vaak de begrippen capaciteit en vermogen tegen. Leg de begrippen capaciteit en vermogen zo concreet mogelijk uit. Je kan in je uitleg voorbeelden gebruiken.

Vraag 9: Tijdens de lessen trainingsleer hebben we het gehad over een zogenoemde “Lonende Pauze”. Leg uit in eigen woorden wat hiermee bedoelt wordt.

Vraag 10: Leg uit of je de stelling juist of onjuist is.
Stelling 1: voor kinderen in de leeftijd van 5-7 jaar is het heel belangrijk om met losse gewichten te trainen.

Vraag 10:
Stelling 1: voor kinderen in de leeftijd van 5-7 jaar is het heel belangrijk om met losse gewichten te trainen.

1. juist
2. onjuist

Vragen???

Blijf even hangen