Covalentie: het aantal atoombindingen dat een atoom kan vormen om de edelgasconfiguratie te verkrijgen.
Slide 13 - Slide
noem per kleur wat je weet van deze elementen
Slide 14 - Slide
wat kun je zeggen over de horizontale en verticale kolommen?
Slide 15 - Open question
NH₃
stikstof komt 3 elektronen tekort voor een edelgasconfiguratie
waterstof komt 1 elektron tekort voor een edelgasconfiguratie
stikstof een covalentie heeft van 3 en waterstof heeft covalentie 1
N kan drie bindingen aangaan met 3 H-atomen
NH₃ ziet er dus zo uit
Slide 16 - Slide
Edelgasconfiguratie
Dit geldt dus ook voor ionen!
Slide 17 - Slide
Wat zijn bindingselektronen?
Gedeelde elektronen om de edelgasconfiguratie te bereiken.
Slide 18 - Slide
Atoombinding
Atomen gaan elektronen delen om edelgasconfiguratie te bereiken.
Slide 19 - Slide
ion binding
Slide 20 - Slide
Elektronegativiteit
Geeft aan hoe hard het atoom trekt aan het gemeenschappelijke elektronenpaar.
Verschil in elektronegativiteit binnen moleculen.
Binas tabel 40A
Slide 21 - Slide
periodiek systeem van elektronegativiteit:
hoge 'toren' = grote elektronegativiteit
Slide 22 - Slide
Elektronegativiteit
De elektronegativiteit geeft aan hoe hard het atoom aan het gedeelde electron trekt. Als het verschil tussen de 0,4 en 1,7 ligt is het een polaire binding
Slide 23 - Slide
Elektronegativiteit en binding
Het verschil in elektronegativiteit (ΔEN) bepaalt het soort binding (BiNaS 40A)
Slide 24 - Slide
Verschil in Vandewaalsbinding
Slide 25 - Slide
Herhaling - intramoleculaire krachten
In H3 heb je geleerd over drie typen intramoleculaire krachten: bindingen die tussen verschillende moleculen kunnen gelden. Welke zijn dit ook alweer?
naam binding
omschrijving:
hoe sterk is deze binding (relatief)?
...........................
deze bindingen gelden altijd tussen moleculen. De grootte van deze aantrekkingskracht is afhankelijk van de molecuulmassa.
zwak
...........................
deze bindingen gelden wanneer polaire moleculen elkaar aantrekken door een verdeling in partiële ladingen in het molecuul
matig
.................
deze bindingen gelden wanneer moleculen
-OH of -NH bindingen bevatten.
zéér sterk
Slide 26 - Slide
Herhaling - intramoleculaire krachten
Deze moleculaire krachten hebben invloed op de eigenschappen van de stoffen. Samengevat (H3):
Hoe sterker de krachten zijn die tussen de moleculen gelden, hoe hoger het kookpunt van de stof is.
Stoffen met vergelijkbare polariteit, lossen goed op in elkaar/mengen goed.
Stoffen die H-bruggen vormen met elkaar, lossen goed op in elkaar/mengen goed.
Slide 27 - Slide
Teken de elektronenformule van N2
Slide 28 - Open question
Teken de elektronenformule van NH3
Slide 29 - Open question
Structuurformules
NH3
Slide 30 - Slide
Ammoniak
NH3
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
schrijf 10 samengestelde ionen op en geef hun structuurformule