Les 4 Identiteit en Wij vs Zij

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Les 4 - Identiteit en Wij vs Zij 

4.2 & 4.3

Wat gaan we doen?

• RBB
• Terugblik 
• Uitleg: Identiteit; wij vs zij
  
• Vragen 4.3
• (Bespreken)
• Afsluiting 

Wat leer ik deze les?

Aan het einde van deze les

• Weet je het verschil tussen persoonlijke en sociale identiteit
• Kan je uitleggen dat socialisatie bijdraagt aan groepsidentiteit
• Kan je uitleggen hoe hokjesdenken werkt 

Terugblik vorige les

Cultuur en identiteit

• Cultuur
• Socialisatie (imitatie, informatie, soc. controle, sancties)
• Socialiserende instituties 
• Sociale controle
• Internalisatie 

§4.2 Cultuur en identiteit 

§4. 2 Identiteit 

Laat je zien wie je bent?

-In hoeverre mag/durf je anders zijn? 

-Is iemand anders omdat het genetisch bepaald is of omdat het aangeleerd is?

-Hoe reageren we op mensen die anders zijn vanwege aangeboren of aangeleerd gedrag?

Hoe word je wie je bent? Wordt dat meer bepaald door genen of door aangeleerd gedrag?

Aangeboren

Aangeleerd

Waar vind jij dat gedrag het meest door wordt bepaald?

Aangeboren

Aangeleerd

PERSOONLIJKE IDENTITEIT

Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, uitdraagt en anderen voorhoudt.

Bij de persoonlijke identiteit gaat het 

over iemands zelfbeeld.

Sociale identiteit

Je sociale identiteit: 

gaat om de relaties die jou ook maken tot wie je bent en je gedrag in de groepen waar je bijhoort.

**

Woonplaats, school, werk, religie, hobby's (sport, muziek)

§4.3 Wij en Zij 

Wij-zij-denken

• Wij-groep = ingroup
• Zij-groep = outgroup 
• Wij-zij-denken leidt tot polarisatie

Is wij-zij-denken goed voor de sociale cohesie? 

Tot welke groepen behoor jij?

Wij of zij?

Wij-zij-denken: ?

• Groepen staan tegen over elkaar (niet eens)
• --> Vooroordelen
• = mening over een groep, zonder mensen te kennen
• Beeld klopt vaak niet

Wij-zij denken

Tot welke groepen behoor jij?

Vooroordelen en stereotypen

Deze slide bevat de introductie van het thema.

Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?

Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.

Bedenk een voorbeeld van (1) een vooroordeel en (2) een stereotype.

Stereotype

Een vooroordeel dat niet op één persoon slaat, maar op een hele groep.

Bedenk twee stereotype beelden die bestaan over jou.

Bedenk twee stereotype beelden die bestaan over Nederlanders.

Stereotypen

Stereotypen 

- door veel mensen gedeeld

- moeilijk te veranderen

Stereotypen delen mensen in groepen in.

= hokjesdenken

Door socialisatieprocessen en beeldvorming

Vooroordeel

Een vooroordeel is een mening over iets of iemand zonder dat je  feiten of de persoon kent.

Vergelijking stereotype/vooroordeel

Stereotype

Vooroordeel

• kenmerk van de groep wordt sterk overdreven
• kan zowel positief als negatief zijn

• als stereotypen als waarheid worden gezien
• is altijd negatief

Lesboek p. 162 t/m 167. Opdrachten 3, 4, 9 en 11

AAN DE SLAG!

Lesdoelen

Aan het einde van deze les

1. Weet je het verschil tussen persoonlijke en sociale identiteit

2. Kan je uitleggen dat socialisatie bijdraagt aan groepsidentiteit

3. Kan je uitleggen hoe hokjesdenken werkt 

Afsluiting

Morgen: RBB groep 2. Uiterlijk 8.30 voor de rechtbank!

--> Schrijf stappen alvast op 

Volgende les: Gevolgen van Wij-Zij denken 

HW: Lesboek p. 162 t/m 167. Opdrachten 3, 4, 9 en 11