3Ha - Woordenschat H2, deel 2

Welkom!
Pak je leesboek. 
Verder vandaag:
Woordenschat H2 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak je leesboek. 
Verder vandaag:
Woordenschat H2 

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Lezen
  • Herhalen theorie woordenschat H2
  •  Verder met woordenschat H2 
  • Aan de slag 

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Controle met het rad.
Opdracht 2 bespreken we klassikaal. 

Slide 3 - Slide

Nieuwe stijlfiguren
In dit hoofdstuk leer je over:

- Hyperbool
- Understatement
- Eufemisme

Slide 4 - Slide

Noem een voorbeeld van een hyperbool

Slide 5 - Open question

Noem een voorbeeld van een eufemisme

Slide 6 - Open question

Noem een voorbeeld van een understatement

Slide 7 - Open question

 Hyperbool

  •  De werkelijkheid wordt overdreven = overdrijving
  •  Heeft humoristisch effect
  •  Is vaak een uitdrukking

VB: Je zegt: 'Hij barst van het geld';
Je bedoelt: 'Hij is rijk'.

Slide 8 - Slide

Eufemisme
Een verzachtende uitdrukking-> niet spottend bedoeld 
  • Voorkomen dat een mededeling hard of onaangenaam overkomt.
  • Bepaalde zaken fraaier over laten komen.
  • DUS: op een verzachtende - of nette manier onder woorden brengen van iets wat niet zo prettig of netjes is.
VB: We brengen de hond naar zijn laatste rustplaats.




Slide 9 - Slide

Understatement
*Bij een understatement zwak je de boodschap af, en dit werkt versterkend: Mijn wortelkanaalbehandeling was een beetje vervelend.
Verschil met eufemisme:
*Bij een eufemisme wil je de boodschap minder pijnlijk maken, de inhoud verandert niet, alleen de stijl: Onze hond is heengegaan. 

Slide 10 - Slide

Welke stijlfiguren kennen we nu?
- Tegenstelling
- Herhaling 
- Opsomming
- Understatement 
- Eufemisme
- Tegenstelling 

Slide 11 - Slide

Een woord, zinsdeel of hele zin wordt een paar keer herhaald.
Hele sterke overdrijving.
Leven en dood worden bijv. gecombineerd, zodat ze meer opvallen.
Woorden worden opgesomd.
Ernstige of grote zaken worden als minder ernstig of minder groot voorgesteld.
Een verzachtende of verbloemende uitdrukking die gebruikt wordt in plaats van iets wat ruw of kwetsend gevoeld kan worden.
Opsomming

Herhaling
Hyperbool
Understatement
Eufemisme
Tegenstelling

Slide 12 - Drag question

Altijd november, altijd regen.
Altijd dit lege hart, altijd.

J.C. Bloem - November
A
opsomming
B
eufemisme
C
hyperbool
D
herhaling

Slide 13 - Quiz

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje.


A
understatement
B
tegenstelling
C
opsomming
D
eufemisme

Slide 14 - Quiz


Ik heb voor goed geld slechte spullen gekocht.

A
opsomming
B
tegenstelling
C
hyperbool
D
understatement

Slide 15 - Quiz


De directeur heeft een leuk salarisje.

A
herhaling
B
eufemisme
C
understatement
D
opsomming

Slide 16 - Quiz


Deze wijk heeft te maken met probleemjongeren.
A
understatement
B
hyperbool
C
opsomming
D
eufemisme

Slide 17 - Quiz


De regen viel met bakken uit de lucht.
A
understatement
B
hyperbool
C
eufemisme
D
herhaling

Slide 18 - Quiz


Geld, ja, geld is het enige wat hem bezig houdt.
A
herhaling
B
tegenstelling
C
eufemisme
D
hyperbool

Slide 19 - Quiz

We kopen wijn, kaas en brood.
A
herhaling
B
opsomming
C
tegenstelling
D
hyperbool

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 3, 4 en 6 van Woordenschat H2 (blz 57).

Slide 21 - Slide