Aardappel KennisWarenkennis

Aardappel KennisWarenkennis

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten aardappelen onderscheiden
• Aan het einde van de les kun je de juiste aardappel kiezen voor verschillende bereidingsmethoden
• Aan het einde van de les begrijp je hoe je aardappelen op de juiste manier opslaat en inkoopt
• Aan het einde van de les kun je de voedingswaarde en allergenen van aardappelen benoemen

Wat weet je al over aardappelen?

Soorten aardappelen

• Aardappelen zijn voedzame knollen van de nachtschadefamilie
• Ongeveer 4000 verschillende rassen
• Vastkokend, bloemig en extra bloemig

Hoe kies ik de juiste aardappel?

• Bereidingsmethode, smaak, kleur en formaat bepalen de keuze
• Vastkokende aardappel: behoudt vorm na bereiding
• Bloemige aardappel: valt makkelijk uit elkaar

Inkoopspecificaties & bewaren

• Let op stevigheid, egaalheid van de schil en afwezigheid van ziektes bij het inkopen
• Bewaar aardappelen op een koele, donkere en goed geventileerde plaats

Voedingswaarde & allergenen

• Rijk aan koolhydraten, vezels en vitamine B6
• Bevat geen officiële allergenen

Wetenschappelijke kennis

• Zetmeel: opgeslagen koolhydraat in aardappelen
• Amylopectine: zorgt voor het uit elkaar vallen van aardappelen
• Amylose: kan bij verkeerde bereiding een plakkerige textuur veroorzaken

De aardappel in de keuken

• Aardappelpuree maken
• Friet frituren

Wist je dat

• Aardappelen zijn verkrijgbaar in ongeveer 4000 verschillende rassen
• Aardappelen zijn een belangrijk onderdeel van de wereldvoedselvoorziening

Definitielijst

• Vastkokende aardappel: Aardappel met een fijne structuur die zijn vorm behoudt na bereiding
• Bloemige aardappel: Aardappel met een grovere structuur die makkelijk uit elkaar valt
• Zetmeel: Koolhydraat dat in aardappelen wordt opgeslagen en gebruikt als energievoorraad
• Amylopectine: Een type zetmeel dat ervoor zorgt dat aardappelen makkelijk uit elkaar vallen
• Amylose: Een type zetmeel dat bij verkeerde bereiding kan leiden tot een plakkerige textuur

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.