BKD

Binnenklasdifferentiatie
Binnenklasdifferentiatie
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Binnenklasdifferentiatie
Binnenklasdifferentiatie

Slide 1 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Wat is binnenklasdifferentiatie?
Precies wat het woord zegt
De basis: de intentie van de leerkracht om rekening te houden met de verschillen in de klas en erop in te spelen. 
→ Hiervoor rekening houden met veranderlijke factoren =schema;
→ Kennis en vaardigheden voor nodig.

Slide 2 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Beroepshouding: het model van binnenklasdifferentiatie
Beroepshouding: Geheel van opvatting over je job, rol, functie.
Opvatting om te differentiëren:
Leeromgeving: sleutel tot studiesucces;
Teaching-up: talentontwikkeling, lat niet lager leggen → aanpassing om de lat te bereiken.
Gedeelde verantwoordelijkheid: deel v/h leerproces ligt bij de leerlingen.
Flexibiliteit in leerinhoud, -proces en -product: creatief onderwijs.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Definitie, kern en doel van binnenklasdifferentiatie.
Vertrekpunt schema: BKD toepassen voor leerlingen.
Inzet van het schema: motivatie, welbevinden en leerwinst en/of leer efficiëntie verhogen.
Verschillen: kleiner, groter of gelijk blijven.
BKD is kunnen omgaan met verschillen tussen lerenden in een klas op een proactieve, positieve en planmatige manier waarbij verschillen verkleinen en gelijk blijven of groter worden. Om tot een verhoogde motivatie, welbevinden en leerwinst en/of leer efficiëntie te komen.

Slide 5 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Details van de kern
BKD is kunnen omgaan met verschillen tussen lerenden in een klas op een proactieve, positieve en planmatige manier waarbij verschillen verkleinen en gelijk blijven of groter worden.
  • Proactief: anticiperen (Bv: duo’s zwakkere leerlingen met sterkere);
  • Positief: verschillen ≠ problemen;
  • Planmatig: bewust plannen en denken en differentiëren.

Slide 6 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Details van het doel
Om tot een verhoogde motivatie, welbevinden en leerwinst en/of leer efficiëntie te komen.
Doel: Maximaal leren bekomen = zoveel mogelijk uit de leerling halen.
Belangrijk:
  • Beginsituatie kennen;
  • Nieuwe kennis moet aansluiten op voorkennis;
  • Uitdagen = bevorderen van: groeien, cognitieve ontwikkeling en grotere leerwinst.

Slide 7 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
De tandwielen
Twee tandwielen met elk een stapel bouwstenen voor BKD:
  1. De lerende;
  2. De leeromgeving.
Elk tandwiel geeft een antwoord op dezelfde vraag: Op basis waarvan kan je differentiëren?
- Verschillende factoren = verschillende antwoorden.

Slide 8 - Slide

Wat zijn de tandwielen van het schema
A
Lerende en leeromgeving
B
Leerkracht en Leeromgeving
C
Lerende en Leerkracht
D
Directie en overheid

Slide 9 - Quiz

Binnenklasdifferentiatie
De lerende
Focus: Op basis waarvan kan je differentiëren? --> De leerlingen.
  • Voorkennis;
  • Cognitieve vaardigheden;
  • Metacognitieve vaardigheden;
  • Affectieve vaardigheden;
  • Leervoorkeuren;
  • Interesses;
  • Achtergrond;

Slide 10 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Verdieping lerende

  • Voorkennis: Anders voor elke leerling -> Naar peil en op inspelen.
  • Cognitieve vaardigheden: Leerinhouden verwerken, opslaan, verbinden en problemen oplossen: Taken op juiste maat nodig: Te makkelijk = saai VS te moeilijk = leerlingen gaan afhaken.
  • Metacognitieve vaardigheden: Het eigen denken en handelen kunnen sturen en controleren. 
     Bepaald de mogelijkheden i.f.v.: taken analyse + eigen voorkennis                 activeren.

Slide 11 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
  • Affectieve vaardigheden: Omgaan met gevoelens over leren (inspelen op motivatie).
  • Leervoorkeuren: Varieer van werkvorm (lawaai/stilte, alleen/in groep).
  • Interesses: Verschillend per leerling -> Hierop inspelen door bv: opdrachten/ leerinhouden gebaseerd op die interesses te geven. → nieuwe opwekken.
  • Achtergrond: Verschillend per leerling (taal, cultuur…) → enkel hierin differentiëren als het een meerwaarde heeft voor de leerlingen (gevoel van anders zijn niet versterken).

Slide 12 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Leeromgeving
Focus: Welke elementen kan je bespelen? 
 Gaat over didactische manieren waarop gedifferentieerd kan worden.
  • Leerdoelen;                                                           Werkvormen;
  • Instructie;                                                               Tempo;
  • Evaluatie;                                                               Feedback;
  • Bijkomende ondersteuning door peers/collega’s;  
  • Eindproduct;
  • Lesmaterialen en media.

Slide 13 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Leeromgeving verdieping
  • Leerdoelen: Vaardigheden/kennis die de leerlingen moeten opdoen + het beheersingsniveau dat je nastreeft -> Basis-/verdiepingsdoelen formuleren i.f.v. het bovengenoemde. De lat zo hoog mogelijk leggen.
  • Werkvormen: Bepaalde werkvormen differentiëren vanzelf: Leerkracht staat op de achtergrond → leerproces + verantwoordelijkheid ligt bij de leerlingen.
    Bv: Contractwerk, hoekenwerk, werken met casussen… (allemaal op            maat van de leerlingen).

Slide 14 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
De instructie: 3 verschillende groepen leerlingen:
  • De instructie afhankelijke leerlingen: Extra uitleg;
  • De instructiegevoelige leerlingen: ‘gewone’ uitleg;
  • De instructie onafhankelijke leerlingen: zelfstandige werkers.

Tempo: Elke leerling heeft een eigen tempo → Tempodifferentiatie belangrijk.
  • Bv: differentiëren in oefeningen: verdiepingsoefeningen, basisoefeningen…
  • Bv: differentiëren in teksten: korte en lange tekst over hetzelfde onderwerp.

Slide 15 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Evaluatie: 2 vormen:
  • Formatieve: E om te leren → achterhalen wie welke leerstof al kent (exit-cards).
  • Summatieve: E van het leren → E aan het einde van een vaste periode (examens).
  • Beide vormen zijn even belangrijk! → kunnen inspelen op wat ze al kennen/niet kennen.
Bijkomende ondersteuning:
  • Peers: elkaars leerproces laten ondersteunen (buddy-rol bij nieuwe leerling).
  • Collega’s: Co-duo → meer opmerken = beter overzicht v/d leerlingen + makkelijker op hun noden inspelen.

Slide 16 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Feedback: 
  • Functie: stimuleren en motiveren v/h leerproces (doelen laten bereiken).
  • Tussentijdse feedback = efficiënte manier om te differentiëren.

Eindproducten (taken, toetsen): nooit 100% hetzelfde. Is dat een probleem?
  • Doelen bereikt? Ja = geen probleem.
  • Soms beter om keuze te hebben: leerling kan kiezen voor de beste ‘expressievorm’.
  • Bv: keuze schriftelijk eindverslag of een presentatie. → beoordeel wel dezelfde doelen.

Slide 17 - Slide

Binnenklasdifferentiatie
Leermaterialen en media: 
  • Op voorhand in differentiëren is mogelijk (leervoorkeuren en cognitieve vaardigheden tegemoet komen).
  • Als leerkracht bewust zijn van je eigen voorkeuren → bepalen wat je aan je leerlingen geeft.
  • Genoeg variatie in leermaterialen en vorm is belangrijk.

‘Ideale wereld’: Dezelfde inhoud op verschillende manieren weergeven.

Slide 18 - Slide