FT8 PV en VD

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Werkwoordspelling - persoonsvorm   

Spelling werkwoorden tegenwoordige tijd

Persoonsvorm

Het eerste werkwoord in de zin is de persoonsvorm.

Joeri volgt de les online.

De persoonsvorm in de zin kun je vinden door:

1 maak er een vraagzin van; de PV staat dan (vaak) vooraan

2 verander de tijd (van tt naar vt of andersom); de PV verandert dan van vorm 

3 verander het getal (van ev naar mv of andersom); de PV verandert dan van vorm

De PV vinden door:

vraagproef

tijdproef

getalproef

Hoe vind jij de persoonsvorm? Wat zet jij als eerst in?

De laptop van Martin viel van de tafel.
Maak een vraagzin van deze zin.

De laptop van Martin viel van de tafel.
Zet deze zin in een andere tijd.

De laptop van Martin viel van de tafel.
Verander het getal in deze zin.

Welk werkwoord is de pv in de zin?;
Hij beantwoordt de vragen overtuigend.

1. beantwoordt
2. vragen
3. overtuigend

Welk werkwoord is de pv in de zin?;
We worden allemaal voor de gek gehouden.

1. worden
2. gehouden

Welk werkwoord is de pv in de zin?;
Bas heeft geprobeerd een bank te beroven.

1. heeft
2. geprobeerd
3. beroven

Welk werkwoord is de pv in de zin?;
Zij willen later piloot worden.

1. willen
2. worden

De persoonsvorm enkelvoud tegenwoordige tijd

Je schrijft de ik-vorm: 

ik, je/jij achter de persoonsvorm, gebiedende wijs

ik loop, loop je/jij, loop!

Je schrijft de ik-vorm+T:

een ander in enkelvoud

Pim fietsT, jij lachT, hij werkT

(lopen) ........... Arie weer te zeuren?

Arie .......... (lopen) te zeuren.

Ik ............... (zeuren) ook graag over van alles.

.......... (zeuren) niet zo!

Maak nu zelf een zin met een woord uit het rad als persoonsvorm:

De persoonsvorm enkelvoud tegenwoordige tijd

Je schrijft de ik-vorm: 

ik, je/jij achter de persoonsvorm, gebiedende wijs

ik loop, loop je/jij, loop!

Je schrijft de ik-vorm+T:

een ander in enkelvoud

Pim fietsT, jij lachT, hij werkT

Persoonsvorm verleden tijd

sterke werkwoorden veranderen van klank

lopen - liepen

zwemmen - zwommen

zwakke werkwoorden: ik-vorm + -te(n)/-de(n)

werkte(n)

vierde(n)

Voltooid deelwoord

iets is voltooid (klaar!)

Het is gebakken

Jij bent gevallen

Ik heb gefietst

Kas heeft gevierd

laatste letter(s)

Voltooid deelwoorden eindigen op:

-en

-d

-t

Twijfel over -d of -t? Wat is de verleden tijd van het werkwoord? Of: gebruik 't kofschip.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Het is gisteren gebeurt.
2. Het is gisteren gebeurd.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Het gebeurt in een oogopslag.
2. Het gebeurd in een oogopslag.

Leg uit waarom 'Het is gisteren gebeurt' niet goed is.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Hij is verhuist naar Amsterdam.
2. Hij is verhuisd naar Amsterdam.

In welke vorm staat 'verhuisd' in de zin: Hij is verhuisd naar Amsterdam.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Houdt je van pizza?
2. Houd je van pizza?

Aan het einde van volgende week kan ik....
(wat beheers je dan van de werkwoordspelling?)