Week 4: Inwendige, uitwendige, sleutel- en supernormale prikkel

1. Je moet lachen om een grapje van je buurjongen. Dit is een voorbeeld van een ....
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

1. Je moet lachen om een grapje van je buurjongen. Dit is een voorbeeld van een ....
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel

Slide 1 - Quiz

2. Je ziet de reclameborden van de pizzeria en krijgt trek. Dit is een voorbeeld van een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel

Slide 2 - Quiz

3. Je maag gaat rommelen, je hebt trek. Dit is een voorbeeld van een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel

Slide 3 - Quiz

4. Wat zou jouw reactie (gedrag) kunnen zijn op hongergevoel (inwendige prikkel)?

Slide 4 - Open question

5. Hoe noem je een prikkel die altijd dezelfde reactie oproept?

Slide 5 - Open question

6. Bekijk het filmpje hier rechts en schrijf op wat de sleutelprikkel is voor de babymeeuwen.

Slide 6 - Open question

7. Wat is de reactie van de babymeeuwen op de sleutelprikkel?

Slide 7 - Open question

8. Wat zou er denk je gebeuren als er geen rode vlek zit op de namaaksnavel van de onderzoeker?

Slide 8 - Open question

9. Als de onderzoeker de rode stip vervangt voor een gestreept stokje, reageert de babymeeuw extremer. De babymeeuw tikt vaker op het gestreepte stokje. Wat is de supernormale prikkel?
A
Snavel met rode stip
B
Gestreept stokje

Slide 9 - Quiz

9. Het rood stiften van de lippen is een voorbeeld van:
A
Supernormale prikkel
B
Gewenning

Slide 10 - Quiz

10. Als je aan een drukke weg woont, hoor je het geluid van de auto's op een gegeven moment niet meer. Dit noem je:
A
Supernormale prikkel
B
Gewenning
C
Reactie
D
Inwendige prikkel

Slide 11 - Quiz

11. Leg in je eigen woorden uit wat gedrag is.

Slide 12 - Open question