afronden 3.4

welkom
ga rustig zitten en pak je boek er bij.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

welkom
ga rustig zitten en pak je boek er bij.

Slide 1 - Slide

leerdoelen
je weet de leerstof voor de toets te vinden.
 Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 2 - Slide

wat gaan we doen?
stukje herhalen
aan de slag
leerstof bespreken
aan de slag

Slide 3 - Slide

uitscheiden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Nierslagader


  • Veel glucose
  • Veel zuurstof
  • Weinig koolstofdioxide
  • Veel ureum


(ureum is een afvalstof dat in je bloed zit)

Nierader


  • Weinig glucose
  • Weinig zuurstof
  • Veel koolstofdioxide
  • Weining ureum


Slide 6 - Slide

functie van de nieronderdelen
Niermerg: Zorgt voor het afscheiden van water en afvalstoffen, dit noem je urine.
Nierschors: Zorgt voor het afscheiden van water en afvalstoffen. Dit noem je urine.
Nierbekken: verzamelt de urine. 

Slide 7 - Slide

aan de slag
maak 3.4 af (alle opdrachten)

ben je daarmee klaar? blader terug naar 3.1, 3.2 en 3.3 maak de opdrachten die nog open staan.

ben je daar mee klaar? ga bezig met de test jezelf.

Slide 8 - Slide

toets stof
blader mee

Slide 9 - Slide

3.1 vanaf blz 184
Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 10 - Slide

3.2 vanaf blz 193
Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.













Slide 11 - Slide

3.3 vanaf blz 205
Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 12 - Slide


3.4 vanaf blz 215

Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 13 - Slide

aan de slag
ga verder met de test jezelf of doe mee met een stukje extra uitleg.

Slide 14 - Slide

haarvaten
haar vaten zijn letterlijk zo dun als een haar. de wand van een haarvat is een cellaag dun. haarvaten gaan door organen en spieren om overal bloed naar toe te vervoeren.

Slide 15 - Slide

aders
Aders lopen naar het hart toe, er staat minder druk op deze bloedvaten. De wand van deze vaten zijn een stuk dunner dan die van slagaderen.

Slide 16 - Slide

grote en kleine bloedsomloop
De grote bloedsomloop is verantwoordelijk om zuurstof naar je organen te brengen en koolstofdioxide op te nemen.

in de kleine bloedsomloop gebeurt precies het omgekeerde. 

Slide 17 - Slide

twee soorten bloedsomlopen.
In je lichamen zitten twee stromingen van bloed. Een stroom brengt zuurstof naar je organen en de andere haalt zuurstof op uit je longen.

Slide 18 - Slide

alle bloedvaten
als je goed op de afbeelding kijkt zie je dat de bloedvaten twee verschillende kleuren hebben.
rode bloedvaten zijn zuurstofrijk
blauwe bloedvaten zijn zuurstofarm.

Slide 19 - Slide

benaming van aders en slagaders
De benaming van de bloedvaten is vrij simpel. De slagaders en aders hebben vaak de naam van het orgaan waar ze vanaf of naartoe lopen.

Slide 20 - Slide

sleep de juiste naam naar het juiste bloedvat
slagader
ader
Haarvat

Slide 21 - Drag question

Werking van het hart
het hart maakt steeds de zelfde 
beweging.  tussen door neemt
het hart ook ven pauze. dit zie
je bij 3. hoe harder je hard klopt 
hoe hoger je hartslag en hoe
korter de pauze.

Slide 22 - Slide

Hartkleppen en halvemaanvormige kleppen

Slide 23 - Slide

rechterboezem
1
linkerkamer
2
Hartkleppen
3
halvemaansvormige kleppen
4
harttussenwand
5

Slide 24 - Slide

ga verder met de testjezelf

Slide 25 - Slide