GL2 par. 6 Feit, mening, standpunt, argument

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

GL2 par. 6 Feit, mening, standpunt, argument

1. In de 20e eeuw is toerisme uitgegroeid tot een van de grootste en belangrijkste industrieën ter wereld.

1. feit
2. mening

2. Ik vind het een goed idee dat scholieren net als volwassen werknemers vakantiegeld van hun ouders krijgen.

1. feit
2. mening

3. Massatoerisme ontstond in de jaren zestig van de 20e eeuw toen steeds meer mensen over geld en vrije tijd gingen beschikken.

1. feit
2. mening

4. Vakantiespreiding helpt volgens mij om te voorkomen dat te veel mensen tegelijkertijd een stad of attractie bezoeken.

1. feit
2. mening

5. De meeste mensen gedragen zich wel als gast in het buitenland.

1. feit
2. mening

Waarom kun je twijfelen of uitspraak 5 een feit of een mening is?

'De meeste mensen gedragen zich wel als gast in het buitenland.' Met welke vervolgzin kun je de waarheid van deze uitspraak aantonen?

1. Dat blijkt uit een onderzoek van reisaanbieder Corendon.
2. Dat vinden Nederlandse vakantiegangers van zichzelf.
3. Dat zegt mijn oom na al zijn vakanties in het buitenland.

Welk signaalwoord past in de zin?
Groente en fruit zijn goed voor je, ............ ze veel vitaminen en vezels bevatten.

1. immers
2. omdat
3. want
4. kortom

Welk signaalwoord past in de zin?
Samen op vakantie gaan is leuk, ............... het is fijn om belevenissen te delen.

1. immers
2. omdat
3. want
4. maar

Welk signaalwoord past in de zin?
Altijd naar het buitenland op vakantie gaan hoeft niet. In eigen land is ............. veel te zien.

1. kortom
2. immers
3. want
4. helaas