What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Kapitel 2: Ontleden voor persoonlijke voornaamwoorden
Kapitel 1: Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kapitel 1: Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 1 - Slide
Lesinhoud
Lesdoel
Je kunt zinnen
ontleden
.
Je weet welke
naamval
het
onderwerp
,
lijdend
en
meewerkend
voorwerp
heeft.
Je kan aan de hand van ontleden het persoonlijk vnw. in de
juiste naamval
zetten.
Benodigdheden
Laptop
Aantekeningenschrift
Pen
Grammatica overzicht
Slide 2 - Slide
Persoonsvorm + werkwoordelijk gezegde getalsproef/verleden tijd maken
Onderwerp 1e naamval wie/wat + gezegde
Lijdend voorwerp 4e naamval
wie/wat + gezegde + onderwerp
Meewerkend voorwerp 3e naamval
aan wie/voor wie
Ontleden
Scan QR LessonUp
Ik I geef I haar I bloemen
O PV MV LV
Hij I heeft I mij I gezien
O PV LV WWG
Slide 3 - Slide
Nederlands 1e naamval 4e naamval 3e naamval
Persoonlijke voornaamwoorden
ik mij
jij jou
hij hem
zij haar
het -
wij ons
jullie -
zij hen/hun
u
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
S
ie
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihnen
I
hnen
Slide 4 - Slide
Ontleden: Persoonlijke voornaamwoorden
Voorbeelden
Ich I gebe I
ihr
I Blume 3e naamval
O PV MV LV
Er I hat I
mich
I gesehen 4e naamval
O PV
LV
WWG
Ich
I habe I einen Hund 1e naamval
O PV LV
Slide 5 - Slide
Combineer het juiste met elkaar.
Onderwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
3e naamval
1e naamval
4e naamval
wie/wat + gezegde
wie/wat + gezegde + onderwerp
aan wie/voor wie
Slide 6 - Drag question
Geef aan in welke naamval het persoonlijk vnw staat:
Ich habe ihm einen Brief geschickt.
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
Slide 7 - Quiz
Geef aan in welke naamval het persoonlijk vnw staat:
Er hat sie besucht.
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
Slide 8 - Quiz
Geef aan in welke naamval het persoonlijk vnw staat:
Wir haben keine Haustiere.
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
Slide 9 - Quiz
Zet het persoonlijk voornaamwoord in de juiste naamval:
Ihr schenkt ______ (hem) ein neues Auto.
Slide 10 - Open question
Zet het persoonlijk voornaamwoord in de juiste naamval:
Sie haben _______ (mij) gesucht
Slide 11 - Open question
Zet het persoonlijk voornaamwoord in de juiste naamval:
(Jij) ______ hast eine Katze
Slide 12 - Open question
More lessons like this
Ontleden: 1e, 4e en 3e naamval persoonlijk vnw & zelfstandige nw
August 2023
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
Ontleden: 1e, 4e en 3e naamval persoonlijk vnw & zelfstandige nw
August 2023
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
H3B persoonlijk en vragend vnw 1e 3e en 4e naamval
November 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 Mavo B grammatica persoonlijke voornaamwoorden
February 2023
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3H week 47 les 1 - Herhalen persoonlijk en vragend voornaamwoord in 3e en 4e als m.vw en l.vw
November 2021
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 havo ma 30 nov in 102
November 2020
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3H_ww_vaste naamval
May 2020
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
herhaling naamvallen
September 2020
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3