redekundig ontleden

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
0:30
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
0:30

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

HW checken

Als het goed is heb je deze in je ebook (leermiddelen Nederlands) gemaakt, zo niet dan leg je de opdrachten in je schrift open op je tafel voor controle.


timer
3:00

Slide 3 - Slide

2.5: grammatica
korte terugblik
De (blauw) pen
Een (zilver) medaille
Een (mooi) huis
De (vergroten) foto
Het (ijzer) hek

Slide 4 - Slide

Lesdoelen 
Ik kan;
- uitleggen hoe ik een bijwoordelijke bepaling vind. 
- zinnen op de juiste manier ontleden met de bekende tekens.

redekundig ontleden

Slide 5 - Slide

Geef jezelf een cijfer van 0 tot 10 waar je nu staat als het gaat over ontleden.
010

Slide 6 - Poll

Redekundig ontleden 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

bijwoordelijke bepaling




Je kan de bijwoordelijke bepaling in een zin dus goed vinden door vragen te stellen als: Waar? Wanneer? Hoe? Hoeveel? Hoe vaak? Waarheen? Waarom? Waarmee? Het is het beste om eerst de persoonsvorm, het gezegde, het onderwerp, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp te bepalen, en jezelf daarna deze vraag te stellen. Vergeet alleen niet dat er niet altijd een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp in de zin staan.

Slide 9 - Slide

Op het strand zoekt mijn zusje schelpjes.

Hannah zet de bloemen in een vaas.

Mijn neefje ruimt zijn speelgoed op. 

Heb je voor mij ook een ijsje meegebracht?

De kinderen hebben dennenappels op een open plek verzameld. 
Even oefenen

Slide 10 - Slide

Aan het werk
Maak de werkbladen die je van de leerkracht krijgt. 

Klaar? even nakijken a.d.h.v. de nakijkbladen 
en dan de woorden oefen op studygo of lezen in je leesboek

starten met docent: Jill, Fenne Kaal, Jip, Lynn, Ize, Boris, Jorrit

Slide 11 - Slide

Afsluiting les

Slide 12 - Slide

Welke vraag kan ik mezelf stellen om het onderwerp van een zin te vinden
A
wie of wat + pv
B
wanneer?

Slide 13 - Quiz

Welke vraag stel ik om een lv te vinden?
A
wie/ wat + ond + pv
B
aan of voor wie/wat + wwg + ond + lv

Slide 14 - Quiz

Wat vind ik als ik de vraag:
(aan/voor) wie of wat + wwg + ond + lv? stel
A
Lijdend voorwerp
B
meewerkend voorwerp
C
bijwoordelijke bepaling

Slide 15 - Quiz

Op welke vragen geeft het bijwoordelijke bepaling (bwb) antwoord? meerdere antwoorden
A
plaats?
B
tijd?
C
reden?
D
wat?

Slide 16 - Quiz

Geef jezelf een cijfer van 0 tot 10 waar je nu staat als het gaat over ontleden.
010

Slide 17 - Poll


Ik kan: 
- zinnen redekundig ontleden;


Dit kan ik goed
Dit moet ik nog oefenen
Ik kan dit nog niet

Slide 18 - Poll