In een samengestelde zin staat ook een voegwoord:
een woord waarmee je de zinnen aan elkaar plakt. Voegwoorden zijn bijvoorbeeld:
en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus.
Vaak staat het voegwoord tussen de twee zinnen, maar het kan ook vooraan staan.
Omdat het morgen gaat regenen, is de sportdag uitgesteld.