Om te weten hoe je de persoonsvorm schrijft, is het goed om te weten hoe het zit met de eerste, tweede en derde persoon.
- De eerste persoon ben je zelf: ik; wij
- De tweede persoon is degene tegen wie je praat: je, jij of u; jullie of u
- De derde persoon is degene over wie je praat: hij, zij of het; ze of zij
(eigenlijk alles wat niet ik, je, jij, jullie of u is)