Week 15-1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Amanda & Lorien     Wies & Sophie H          Ronja   & Leen              Job & Brigitte             Diego & Senne           Olivia  & Sophie C

Roy & Sophie Z          Zuzanna  & Dagmar    Lindsey  & Sidney      Hannah  & Thijmen   

                                                    BORD

Bonjour, pak je boek 

Ga zitten volgens deze plattegrond

Vandaag: social shuffle

muur links :                       midden                midden             muur rechts:

                                             links:                    rechts:

Amanda                                Lorien                    Wies                   Sophie H     

Ronja                                     Leen                       Job                     Brigitte

Diego                                     Senne                    Olivia                 Sophie C

Roy                                         Sophie Z                Zuzanna           Dagmar

Lindsey                                  Sidney                   Hannah             Thijmen   

                                                            BORD

Bonjour, 

pak je boek B-login in lesson-up

Ga zitten volgens deze plattegrond in apparte rijen:

Aujourd'hui

• laatste deel van Hoofdstuk 5: grammatica 
• bij tijd over leren van Vocabulaire in Learnbeat

Houding in de les

• Wanneer je binnenkomt in de les pak je je spullen en ga je leren aan je vocabulaire in je boek
• iedereen let op wanneer er uitleg wordt gegeven, niemand praat er doorheen.
• wanneer jullie zelfstandig aan het werk zijn doet iedereen dit voor zichzelf en steek je vinger op wanneer jullie vragen hebben. Jullie werken dan ook aan het opgegeven werk en niet aan andere dingen.
• iedereen werkt aan frans in de les
• wanneer alle bovenstaande niet worden uitgevoerd, komen er geen waarschuwingen meer en ga je een gele kaart halen.

• Quel jour est-il aujourd'hui?
• Il est quelle heure?
• Présente-toi
• quand

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je vragende zinnen maken in het Frans.

vragende zin

vragende zin

Wat weet je al over het maken van vragende zinnen in het Frans?

Vragende zinnen met 

est-ce que

Bij vragende zinnen door est-ce que voor de zin te zetten

wanneer het woord na est-ce que een stomme H of een klinker is dan wordt het : est-ce qu'

bijvoorbeeld:

Est-ce qu' il est malade? 

(Is hij ziek?)

Laat de leerlingen oefenen met het maken van vragende zinnen met inversie.

Vragende zinnen met 

est-ce que

Bij vragende zinnen door est-ce que voor de zin te zetten

bijvoorbeeld:

Est-ce que tu aimes le français? 

(Houd je van Frans?)

Laat de leerlingen oefenen met het maken van vragende zinnen met inversie.

oefenen page 36

• excercise 30a + 30c + 30d  

Laat de leerlingen deze zinnen hardop uitspreken en vraag hen om de woordvolgorde te benoemen.

Een vraagwoord gebruiken

Je kan ook een vraag stellen met een vraagwoord:

• où: waar                                 
• quand: wanneer
• comment: hoe
• combien: hoeveel
• pourquoi: waarom
• qui: wie
• qu'est-ce que: wat

vragende zin

vragende zin

Vraagwoord

Het vraagwoord zet je aan het begin of aan het einde van de zin.

• Comment tu t'appelles?
• Tu t'appelles comment?

Vraagwoord

Je kan ook est-ce que 

Dan is de volgorde est-ce que + gewone zin :

• Comment est-ce que tu t'appelles?
• Où est-ce que tu habites?

oefenen page 37+38

• excercise 31a + 31c + 31d  

Laat de leerlingen deze zinnen hardop uitspreken en vraag hen om de woordvolgorde te benoemen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Maak een vraag in het Frans

Wat zijn vragende zinnen?

Vragende zinnen zijn zinnen die eindigen met een vraagteken en waarbij de woordvolgorde anders is dan bij een normale zin.

Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van vragende zinnen in het Nederlands.

Woordvolgorde bij vragende zinnen

Bij vragende zinnen in het Frans zet je een vraagteken achter een gewone zin.

Bijvoorbeeld:

Tu es malade.

Tu es malade?

Laat de leerlingen oefenen met het veranderen van de woordvolgorde van een normale zin naar een vragende zin.

Lille groepen

• Groep 9 (2H) Begeleider: Judith Bosch
• 1 Sophie Zuiderduin
• 2 Olivia de Wit Loureiro
• 3 Wies Vlieghuis
• 4 Lindsey Duivenvoorde
• 5 Ronja Booi
• 6 Amanda Stepniak
• 7 Brigitte van den Haak
• 8 Diego Noordover
• 9 Dagmar Kunst
• 10 Leen de Ridder

Groep 10 (2H) Nathalie van de Haak - 06 24 21 98 78 

Marwa Salem (5V) - 06 13 62 51 30

1 Sophie Cusell

2 Zuzanna Jedynak

3 Job de Jong

4 Roy Tetteroo

5 Hannah Havekes

6 Senne Witteman

7 Lorien Louwerse

8 Sophie Heemskerk

9 Sidney Schouten

10 Thijmen Rook

Groep 10 (2H) Nathalie van de Haak  

Marwa Salem (5V) 

• 1 Sophie Cusell
• 2 Zuzanna Jedynak
• 3 Job de Jong
• 4 Roy Tetteroo
• 5 Hannah Havekes
• 6 Senne Witteman
• 7 Lorien Louwerse
• 8 Sophie Heemskerk
• 9 Sidney Schouten
• 10 Thijmen Rook

Wat is de plaats van de ontkenning?

1. om het werkwoord
2. voor het werkwoord
3. voor en achter de persoonsvorm
4. achter het werkwoord

Maak ontkennend:

Simon habite à Orléans.

1. Simon ne habites pas à Orléans
2. Simon n' habites pas à Orléans
3. Simon ne habite pas à Orléans
4. Simon n' habite pas à Orléans

Maak ontkennend:

Adrien a déménagé. 

1. Adrien ne a pas encore déménagé.
2. Adrien n'a pas encore déménagé.
3. Adrien a ne déménagé pas encore.
4. Adrien n'a déménagé pas encore.

Maak ontkennend:

Elle va à l'école

1. Elle n'va pas à l'école
2. Elle ne va pas à l'école
3. Elle ne pas va à l'école

Maak ontkennend:

Adrien a de nouveaux amis. 

1. Adrien n'a de nouveaux amis.
2. Adrien n'a pas de nouveaux amis.
3. Adrien a ne de pas nouveaux amis.
4. Adrien a de nouveaux ne amis pas.

ne...pas

niet of geen

niets

nooit

niets meer

Wat betekent:
Ne ..... pas encore

1. Niemand
2. Nog niet
3. Geen
4. Nooit

ne…rien

1. nog niet
2. niets
3. niet meer
4. nooit

nooit

1. Je ne mange plus de viande.
2. Je ne mange pas de viande.
3. Je ne mange jamais de viande.
4. Je ne mange rien de viande.

Zet de woorden op de juiste volgorde in de zin

Onderwerp

 1e woord ontkenning

vorm van aller

2e woord ontkenning

hele ww

rest v.d. zin

Ils

vont

manger

la pizza 

ne

pas

Maak de zin ontkennend. (sleep blauw naar rood)

Je

n'

aime

pas

la viande

1

2

3

4

5

Zet de woorden op de juiste volgorde in de zin

Onderwerp

ontkenning

vorm van avoir

ontkenning

voltooid deelwoord

rest v.d. zin

nous

avons

vu

Franck

n'

pas encore

Zet de woorden op de juiste volgorde in de zin

Onderwerp

ontkenning

vorm van aller

ontkenning

hele ww

rest v.d. zin

Ils

vont

acheter

de pantalons

ne

pas

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Nous cherchons les cadeaux.  

ne

pas

cadeaux

nous

les

cherchons

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Je travaille.  

ne'

pas

travaille

je

Leren Châpitre 5

Je mag nu zelf gaan leren via learnbeat:

Google: inloggen learnbeat 

• volg de instructies hiernaast:
• voeg de klascode recht boven in: JA9VNU
• wanneer je de code hebt ingetoetst 
• inloggen met email adres van school
• je ontvangt een email in je mailbox, bevestig deze
• ga weer terug naar learnbeat en begin met leren

mes attentes:

- actieve houding in de les

- huiswerk maken

- wanneer gevraagd wordt  om stil te zijn
hieraan gehoor te geven

- positiviteit, groepsgevoel....

- respect van en naar elkaar

- wanneer mogelijk

in de toekomst social shuffle

LILLE 2023

Alle informatie staat op Google Classroom

vient découvrir

overleg vandaag de volgende onderdelen met elkaar:

• maak 4 groepen van 5
• maak  een overzicht van zoveel mogelijk bezienswaardigheden (gratis) & typische gerechten in het centrum van Lille
• Bronnen:

1. zoek op internet
2. Office du tourisme (VVV)
3. www.lille3000.eu

• Geef elke persoon binnen jullie groep een rol:

1. 1 persoon: busreis 
2. 2 personen: organisatie (maakt de afweging met de rest van de groep wat er gaat gebeuren)welke programma onderdelen 
3. 2 personen: programma boekje - layout en achtergrond informatie bij elk onderdeel
4. notulist (rouleert elke week - houdt de notities van wekelijkse afspraken bij)

• Groepeer  al jullie ideeën vandaag en noteer deze in de notulen
• maak ieder voor zich voor volgende week je afweging over wel of niet meenemen van de verschillende ideeën. 

overleg vandaag de volgende onderdelen met elkaar:

• kies uit de lijst die jullie samen hebben gemaakt in jullie groep met alle bezienswaardigheden, wat de beste opties zijn volgens jullie
• culturele bezienswaardigheden
• tips eten
• vlog
• plattegrond
• vrije tijd - wat kan je doen?

• Geef elke persoon binnen jullie groep een rol:

1. 1 persoon: busreis 
2. 2 personen: organisatie (maakt de afweging met de rest van de groep wat er gaat gebeuren)welke programma onderdelen 
3. 2 personen: programma boekje - layout en achtergrond informatie bij elk onderdeel
4. notulist (rouleert elke week - houdt de notities van wekelijkse afspraken bij)

• Groepeer  al jullie ideeën vandaag en noteer deze in de notulen
• maak ieder voor zich voor volgende week je afweging over wel of niet meenemen van de verschillende ideeën. 

overleg vandaag de volgende onderdelen met elkaar:

• organiseren van de busreis : wat gaan jullie doen tijdens de reis die 4 uur duurt. (b.v.: Bedenk spelletjes, liedjes, quizes etc. die met Frankrijk te maken hebben. Zorg ervoor dat je iedereen mee krijgt)
• organiseren van de dag in Lille. Wat willen jullie gaan doen in Lille?
• maak een programmaboekje van de dag met een plattegrond en opdrachten. 
• Geef ook achtergrondinformatie over de stad. Er moeten culturele bezienswaardigheden in staan (gratis bezienswaardigheden; bv kathedraal, het plein etc.)
• tijdens de dag moeten de leerlingen een vlog maken over de dag in Lille; bedenk zelf wat hierin moet komen en hoe dit eruit moet komen te zien.
• maak een plattegrond van de tour door Lille en geef aan wat er te zien is. Verzin vragen en opdrachten bij de plattegrond en de bezienswaardigheden.

Brigitte & Dagmar                                                        Ronja & Amanda  Sophie C & Roy                      Thijmen & Diego         Leen & Zuzanna 

Olivia & Sophie Z                 Hannah & Senne          Lorien & SophieH

Sidney                                          Job                                Wies & Lindsey 

                                                   BORD                                                                                   

Bienvenue

 de achterste rijen blijven vrij

Page 20

C

• excercise 13- écoute et répète
  
• excercise 14 - werk in 2-tallen oefen dit gesprek met elkaar 
• excercise 15b: opvulwoorden in het frans
• excercise 15c- maak in 2-tallen een gesprek van min. 4 vragen, gebruik opvulwoorden en acapela.com om de uitspraak te oefenen

Luister naar het fragment. Kies steeds het getal dat je hoort. Je hebt steeds twee opties.

1

2

3

5

6

7

4

8

9

10

500

600

52

62

66

76

81

91

42

82

24

80

100

1000

200

202

5

100

5

15