Bogerman Koudum: Grammatica - woordsoortbenoeming

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herhaling: zinsontleding
pv, wwg, ond, lv, mw, bwb, bvb

1. De koe eet een pluk gras.
2. Tom geeft Jeroen een duw.
3. De leraar liet de leerlingen een creatieve opdracht zien.
4. Maaike ruimt haar kamer op.
5. De klas heeft de lastige toets goed gemaakt.

Slide 2 - Slide

Woordsoorten
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsels

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Voorzetsels
Staat vaak voor een znw.

... de kast
... het feest


 



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat zijn zelfstandig naamwoorden volgens het filmpje?
A
mensen, dieren, meubels
B
mensen, dieren, planten
C
mensen, de zon en dieren
D
mensen, dieren, dingen, natuurverschijnselen

Slide 7 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin: "Ik vind het erg leuk om op wintersport te gaan."
A
ik
B
erg
C
leuk
D
wintersport

Slide 8 - Quiz

tussen, op, naast, onder, bij, van.

Dit zijn:
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
telwoorden
D
bijvoeglijke naamwoorden

Slide 9 - Quiz

De mooie kaart wordt geschreven.
mooie =
A
ww
B
lw
C
znw
D
bnw

Slide 10 - Quiz

De fietsen staan op het schoolplein.
fietsen =
A
znw
B
bnw
C
ww
D
vz

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de voorzetsels in deze zin?
Hij gaat op de fiets naar zijn werk.
A
hij - naar
B
zijn - de
C
op - naar
D
hij - op

Slide 12 - Quiz

Marleen is haar sleutels kwijt.
Marleen =
A
bnw
B
znw
C
lw
D
ww

Slide 13 - Quiz

Opa stapt in een oude auto.
bnw =?
A
auto
B
opa
C
oude
D
een

Slide 14 - Quiz

Heiko maakt van zijn afval een vliegtuigje.
znw =
A
vliegtuigje
B
Heiko
C
een
D
afval

Slide 15 - Quiz

Welk onderdeel vind jij nog lastig?
A
geen enkel onderdeel
B
zelfstandig naamwoorden
C
bijvoeglijk naamwoorden
D
voorzetsels

Slide 16 - Quiz

Evaluatie

Hoe ging de les vandaag?

Vragen?



Slide 17 - Slide