What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordsoortbenoeming herhaling VT2
www.lessonup.app
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
www.lessonup.app
Slide 1 - Slide
Woordsoortbenoeming
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
persoonlijk voornaamwoord
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
De mooie kaart wordt geschreven.
'mooie'
A
werkw.
B
lidw.
C
zelfst.nw.
D
bijvoegl.nw.
Slide 11 - Quiz
Een ongeluk zit in een
klein hoekje.
'een'
A
voorz.
B
lidw.
C
pers. vnw
D
werkw.
Slide 12 - Quiz
Hij wast zich.
'hij'
A
zelfst.naamw.
B
voorz.
C
pers. vnw
D
bijvoegl.nw.
Slide 13 - Quiz
De fietsen staan op het schoolplein.
'fietsen'
A
zelfst.nw.
B
bijvoegl.nw.
C
werkw.
D
voorz.
Slide 14 - Quiz
Marleen is haar sleutels kwijt.
'Marleen'
A
bijvoeg.nw.
B
zelfst.nw.
C
lidwd.
D
werkw.
Slide 15 - Quiz
Opa stapt in een oude auto.
Wat is het bijvoegl.nw.?
A
auto
B
opa
C
oude
D
een
Slide 16 - Quiz
Heiko maakt van zijn afval een vliegtuigje.
Wat is/zijn de zelfst.nw?
A
vliegtuigje
B
Heiko
C
een
D
afval
Slide 17 - Quiz
Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
groene
B
sterke
C
man
D
boze
Slide 18 - Quiz
Is 'werd' een werkwoordsvorm?
A
nee
B
ja
Slide 19 - Quiz
Is 'volgens' een werkwoord?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quiz
Kies het werkwoord of de werkwoorden.
A
vallen
B
lachen
C
onder
D
pinguïn
Slide 21 - Quiz
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het, een
B
rood, groen, geel
C
fiets, koe, paard
D
probeer, had, lachen
Slide 22 - Quiz
Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
roept
B
kleding
C
schaal
D
kerstkaart
Slide 23 - Quiz
Een bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over ...
A
een zelfstandig naamwoord
B
een werkwoord
C
een voorzetsel
D
over de hele zin
Slide 24 - Quiz
Ik kijk uit het raam.
'het'
A
lidw.
B
zelfst.naamw.
C
voorz.
D
pers.vnw.
Slide 25 - Quiz
Ik vroeg het hem wel twee keer.
'het'
A
lidw.
B
pers.vnw.
C
werkw.
D
voorz.
Slide 26 - Quiz
Wat is geen voorzetsel?
A
na
B
kom
C
via
D
tegen
Slide 27 - Quiz
Wat is/zijn de pers. vnw.?
Ik vroeg hem om haar gelijk te helpen.
A
ik
B
haar
C
hem
D
om
Slide 28 - Quiz
Wat is/zijn de pers.vnw.?
Ik zal met hem zijn auto wassen.
A
ik
B
zijn
C
zal
D
hem
Slide 29 - Quiz
Welk cijfer geef je jezelf voor de herhaalde onderdelen?
Slide 30 - Open question
Wat wil je nog graag leren over deze onderdelen?
Slide 31 - Open question
More lessons like this
woordsoortbenoeming
January 2020
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
woordsoortbenoeming
May 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
VDN2 - thema 5: Grammatica - woordsoortbenoeming
March 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Grammatica - woordsoortbenoeming
January 2018
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Bogerman Koudum: Grammatica - woordsoortbenoeming
January 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Grammatica & spelling
January 2020
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Grammatica & spelling bijvoeglijk naamwoord en ww spelling
March 2020
- Lesson with
50 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
woordsoortbenoeming
June 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3