Stap 1: Bepaal de beginsituatie. Schrijf kort op wat je gaat observeren en in welke situatie.Stap 2: Verzamel alle achtergrondgegevens. Bijvoorbeeld de naam en leeftijd van de persoon die je gaat observeren.
Stap 3: Bepaal het doel en de doelgroep. Schrijf altijd op wie je gaat observeren en met welk doel.
Stap 4: Maak observatie vragen. Dit geeft structuur in je observatie, anders ga je naar veel teveel zaken kijken.
Stap 5: Hoe ga je observeren. (Kies een observatie methode). Observatiemethode: de manier waarop wordt geobserveerd. Je kunt een beschrijvende observatie maken of je gebruikt een observatieschema.
Observatieschema: een lijst waarop je bepaalde gedragingen kunt aankruisen.
Stap 6: Kies de data en tijdstippen . Bepaal nu wanneer, op welke dag en op welke tijd je de cliënt gaat observeren.
Stap 7: Interpreteren. Nadat je alle observaties hebt gedaan en de gegevens hebt verzameld, ga je interpreteren.
Interpreteren betekent betekenis geven aan wat je hebt geobserveerd/waargenomen.
Stap 8. Rapporteren. Rapporteren is de laatste stap van het observatieplan.
Rapporteren: het overbrengen (mondeling/schriftelijk) van gebeurtenissen die belangrijk zijn voor collega’s of andere betrokkenen.
Voordat je de rapportage gaat schrijven moet je goed bedenken voor wie je het gaat schrijven.
Wanneer je een rapportage schrijft moet je uitkijken met “gevoelige informatie”. En probeer het zo respectvol op te schrijven.