Je kunt er een naam voor in de plaats zetten.
Voorbeeld: Hij de tas in het kluisje.
Peter legde de tas in het kluisje.
Let op 'het': dit is een lidwoord als het bij een zelfstandig naamwoord hoort, anders is het een pers.vnw.
Voorbeeld: Het(pers.vnw) blijft een lastige kwestie.
Het (lidw) meisje kijt zenuwachtig om zich heen.