Herhaling vakleer BSP

Herhaling vakleer BSP
Herhaling lessen vakleer BSP 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
OndernemerMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling vakleer BSP
Herhaling lessen vakleer BSP 

Slide 1 - Slide

Planning?
Voorbereiding toets volgende week 
Vragen? 

Slide 2 - Slide

Voorbereiding toets
Leren boek: 
Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5 en 9.
Lesson up slides zie It's learning

Slide 3 - Slide

Lessen, waar zijn nog vragen over?
1. Voorbereidende werkzaamheden en mastiek maken
2. Serveerregels
3. Gastvrijheid
4. Horecabranche en functies in de horeca
5. Verblijf van de gasten
6. Smaak en smaakbeleving

Slide 4 - Slide

Alle voorbereidende werkzaamheden zijn:
A
Mastiek maken
B
Mise-en-place
C
Menage zetten
D
Poleren

Slide 5 - Quiz

Wat is routing?
A
Delen van een WIFI netwerk
B
Klaarzetten van borden in de warmhoudkast
C
rekening houden met de meest efficiënte looproute
D
Het kiezen van een tafel voor de gast

Slide 6 - Quiz

Welke opstelling is géén bijeenkomst opstelling?
A
Theater
B
Y vorm
C
U-vorm
D
Cabaret

Slide 7 - Quiz

Wat is een transportbord?
A
Een dienblad waar je dranken mee serveert
B
Een bord waarop je materialen transporteert
C
Een bord dat de weg wijst aan gasten
D
Een bord om afval op te leggen als je klaar bent met eten

Slide 8 - Quiz

Welke glazen mag je niet poleren?
A
Bierglazen
B
Whiskeyglazen
C
longdrinks
D
Wijnglazen

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van het serveren van dranken?
A
Koffie, bier, port cola
B
Cola, koffie, bier, port
C
Koffie, port, cola, bier
D
Port, Cola, Koffie, Bier

Slide 10 - Quiz

Wat is waar over het inrichten van je plateau?
A
Zware glazen en voorwerpen geef je een plek dichtbij je lichaam
B
Lage glazen zet je vooraan op het plateau
C
Hoge glazen en flessen plaats je in zo ver weg van je lichaam

Slide 11 - Quiz

Wat valt er niet onder de term "huishoudelijke drank"?
A
Koffie
B
Cacao
C
Melk
D
Ice-tea

Slide 12 - Quiz

Bij welke drank serveren we geen ijs?
A
Bij cola in de winter
B
Bij spa blauw / water
C
Bij ice-tea
D
Bij Bitter - lemon

Slide 13 - Quiz

Waar of niet waar?
De eerste indruk draagt niet bij aan een gastvrije omgeving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Gastgerichtheid is een onderdeel van gastvrijheid
A
Klopt
B
Klopt niets van

Slide 15 - Quiz

Persoonlijke verzorging
Sociale vaardigheid
Vakbekwaamheid
Je beantwoord vragen over gerechten correct
Je kijkt vriendelijk en ziet er verzorgd uit
Je luistert geïnteresseerd als de gast iets vertelt.

Slide 16 - Drag question

Waar staan de letters CA voor in de afkorting HORECA?
A
Catering
B
Cafe
C
Cafetaria
D
Cacao

Slide 17 - Quiz

Welke type bedrijven zijn er in de horeca? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Logiesverstrekkend
B
Maaltijdverstrekkend
C
Voedselverstrekkend
D
Drankverstrekkend

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een hoofd product wat een horeca bedrijf verkoopt?
A
Kleding
B
Souvenirs
C
Overnachtingen
D
Kranten

Slide 19 - Quiz

Onder welke categorie valt een restaurant? Meerdere antwoorden goed.
A
Drankverstrekkend
B
Voedselverstrekkend
C
Maaltijdverstrekkend
D
logies verstrekkend

Slide 20 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met menage?

Slide 21 - Open question

Een aperitief neem je na de maaltijd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Een sommelier weet veel van leidinggeven.
A
Klopt
B
Klopt niet.

Slide 23 - Quiz

Mastiek maken kunnen we doen waar de gasten bij zijn.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 24 - Quiz

Hoeveel cc/ml schenk je van sterk alcoholhoudenvde dranken?
A
25 cc
B
30 cc
C
45 cc
D
35 cc

Slide 25 - Quiz

Hoeveel glazen schenk je ( ongeveer) uit 1 fles wijn?
A
5
B
7
C
6
D
9

Slide 26 - Quiz

Welke glazen mag je absoluut niet in de bierspoelbal spoelen?
A
Bierglazen
B
Wijnglazen
C
Melkglazen
D
Longdrinks

Slide 27 - Quiz

Wat is een basissmaak?
A
Citroen
B
Umami
C
Soja
D
Parmezaan

Slide 28 - Quiz

De winnaar mag kiezen wat zijn functie wordt vanavond!

Slide 29 - Slide