Les 7: Grote horeca Quiz!




De grote horeca Quiz!
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Ondernemer HorecaMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson




De grote horeca Quiz!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke onderwerpen hebben
we in periode 1 behandeld?
7 in totaal

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Warm draaien!
Ronde 1
Wat weet jij over de horeca?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Valt een snackbar ook onder Horeca?
A
Ja, want er wordt eten gemaakt en geserveerd
B
Nee het valt onder fastfood
C
Allebei juist
D
Allebei onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de 6 p's?
A
Product, Prijs, Plaats, promotie, Personeel, Planet
B
Product, Prijs, Plek, Promotie, Personeel en Presentatie
C
Product, Prijs, Plaats, Promotie, Perspectief en Presentatie
D
Product, Prijs, Plaats, promotie, Personeel, Presentatie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer drink je een aperitief?
A
In de ochtend voor je ontbijt
B
In de middag bij de lunch
C
In de avond voor je diner
D
In de avond na je diner

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor vergunning moet een horeca bedrijf hebben om alcohol te schenken op een terras?
A
Omgevingsvergunning
B
Drank- en Horecavergunning
C
Terrasvergunning
D
Evenementenvergunning

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent horeca?
A
Hotels en Restaurants
B
Café en Restaurant
C
Café en Bar
D
Hotel, Restaurant, Café

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke segmenten in de horeca zijn er?
A
Onder -midden-hoog segment
B
Midden-hoog-excellent segment
C
Laag-midden-hoog segment
D
Onder -midden-boven segment

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Ronde 2
Skills

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke draagmethode gebruik je wanneer
je enkele borden
met bestek deberasseert met
geen tot weinig etensresten?

A
Bovenhands
B
Onderhands
C
Gecombineerd 3 broden
D
Gecombineerd 4 borden

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Welke draagmethode zie je op de afbeelding?

A
Bovenhands draag methode
B
Onderhandse draagmethode Met twee borden
C
Onderhandse draagmethode Met drie borden
D
Onderhandse draagmethode

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions



Hoe noem je de techniek voor saus uitserveren?

A
Uitserveermethode - Service à l’Anglaise
B
Presenteermethode - Service à la Française
C
Inzetmethode - Service à l’assiette
D
Uitserveren m.b.v. quéridon - Service à l’Anglaise avec quéridon

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het doel van aftersales?

A
Wat is aftersales?
B
Kop koffie aanbieden aan een vaste gast.
C
Vorm van gastenbinding zodat de gast terugkomt naar je bedrijf.
D
Verkoop die je doet, nadat de gast al betaald heeft.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke 3 gastvrijheids fases zijn er?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Benoem ook de sub fases

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat wordt er bedoeld met deze uitdrukking?
‘You never get a second chance to make a first impression’

A
Een eerste indruk kan je niet meer veranderen.
B
Je krijgt nooit een 2de kans om de 1ste indruk te veranderen.
C
Een eerste indruk kan je niet veranderen bij het afscheid.
D
Een eerste indruk geeft aan wat voor gast er voor je neus staat.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je als er
een gast binnenkomt die valt op de weg naar de bar, niet verstaanbaar is,
een zeer sterke alcohol geur om zich heen heeft hangen?


A
Moet ik iets doen dan?
B
Ik vraag aan de gast of hij nog een glas alcohol wenst?
C
Ik bied een kopje koffie aan en kijk of deze gast de andere gasten tot last is.
D
Zolang hij de gasten niet tot last is, mag hij in het Restaurant blijven.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ronde 4
Producten en materialenkennis

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voorbereidende werkzaamheden bestaan uit...?
A
Schoonmaken, bestellen, controleren en onderhouden van apparatuur.
B
Mastiek, mise & place en de ontvangstfase.
C
Mastiek, mise & place en de voorbereidende fase.
D
Mastiek en mise & place maken

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is Mise en place?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat is mastiek maken?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Welk antwoord valt onder mise & place maken?
A
Broodmandjes aanvullen en op het buffet neerzetten.
B
Tafel schoonmaken.
C
Glaswerk poleren.
D
Bestellen van dranken.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Het serveren van een bestelling kan je onderverdelen in 4 stappen. Wat is de 2e stap?
A
Afruimen van de bestelling
B
Transportklaar maken van de bestelling
C
Aanbieden van de bestelling
D
Transporteren van de bestelling

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Bij het indekken van een standaard couvert begin je met een ...?
A
Grote vork
B
grote mes
C
grote lepel
D
Servet in een vierkant gevouwen.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Drank:
Mag je iemand die in kennelijke staat van dronkenschap is alcohol verkopen of toe dienen?

A
Nee, dat is verboden
B
Ja, dat mag
C
Geen idee
D
Dat hangt af van...........

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Je serverende hand is je........
A
Rechterhand
B
Linkerhand

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Ronde 5
Sociale Hygiene 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions


Drank:

Mag je dronken gasten de toegang weigeren?

A
Je moet
B
Ja, dat mag
C
Geen idee
D
Dat hangt af van...........

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Tabak:

Is deze stelling juist of onjuist?
Op plekken waar het rookverbod geldt, mag je geen e-sigaret meer gebruiken.
Dus ook niet in de horeca.
A
Geen idee
B
Juist
C
Onjuist
D
Dat hangt af van...........

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Drugs:

Mag je gasten de onder invloed zijn
van drugs toegang weigeren?
A
Geen idee
B
Ja, dat mag
C
Ja, dat moet
D
Dat hangt af van...........

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Gokken:

Vanaf welke leeftijd mag iemand gokken?
A
15 jaar of ouder
B
16 jaar of ouder
C
17 jaar of ouder
D
18 jaar of ouder

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Sanctie toepassen:

Wanneer mag je een gast vorderen als hij lastig ?
A
Direct zonder waarschuwing
B
Na 1 keer waarschuwen
C
Na 2 keer waarschuwen
D
Bij herhaling na de 2de keer waarachuwen

Slide 33 - Quiz

Herkansing of eruit: Lichte overtreding - Gast kan gedrag herstellen --> Gele kaart

Bij herhaling eruitGast aangeven dat hij in overtreding is gegaan - Bij herhaling moet de gast het bedrijf verlaten

Direct eruit: Agressief gedrag of opnieuw een overtreding - Direct bedrijf verlaten

Rode kaart
Direct eruit met ontzegging
Eerder ernstige overtreding of criminaliteit - Onmiddellijk bedrijf verlaten - Kroegverbod voor bepaalde tijd
Rode kaart en schorsing