V1 - Spelling, paragraaf 11 (werkwoordsvormen en werkwoordstijden)

Welkom

Spelling

Werkwoordsvormen en -tijden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom

Spelling

Werkwoordsvormen en -tijden

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • kun je de verschillende werkwoordsvormen en -tijden herkennen en spellen.

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
  1. Terugblik huiswerk
  2. Uitleg 
  3. Oefenen
  4. Zelfstandig aan de slag
  5. Huiswerk

Slide 3 - Slide

Vandaag ben ik even slim als/dan hem/hij.
A
als en hem
B
als en hij
C
dan en hem
D
dan en hij

Slide 4 - Quiz

Theorie - Spelling, paragraaf 11

Slide 5 - Slide

Theorie: werkwoordsvormen en werkwoordstijden
Er bestaan verschillende werkwoordsvormen en werkwoordstijden.
Je kent de volgende werkwoordsvormen:
  • persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
  • persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
  • voltooid deelwoord (vd)
  • onvoltooid deelwoord (od)
  • infinitief (inf) 
  • bijvoeglijk gebruikt vd/od (bn van vd/od)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Peter heeft huiswerk gemaakt.
A
OVT
B
OTT
C
VTT
D
VVT

Slide 10 - Quiz

Ik schreef een liefdesbrief.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 11 - Quiz

Hij wordt door haar geslagen.
A
ovt
B
vtt
C
vvt
D
ott

Slide 12 - Quiz

Sjaan (verhuizen) morgen en Job is gisteren (verhuizen)
A
Sjaan verhuisT en Job is verhuisT
B
Sjaan verhuisD en Job is verhuisD
C
Sjaan verhuisT en Job is verhuisD

Slide 13 - Quiz

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 14 - Quiz

Als je verstandig bent, BRAND je daar je vingers niet aan.
A
pvtt
B
vd
C
pvvt
D
bn

Slide 15 - Quiz