Module 3 - Gedragsobservaties en afwijkend gedrag

Module 3
Gedragsobservaties & afwijkend gedrag

Gedragsobservaties & afwijkend gedrag

1 / 56
next
Slide 1: Slide
Module 3 - Signaleren afwijkingenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 56 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Module 3
Gedragsobservaties & afwijkend gedrag

Gedragsobservaties & afwijkend gedrag

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na deze les kan de student:
- Gedragsobservaties volgens het uitgelegde ethogram uitvoeren
- De verschillende soorten (abnormaal) gedrag uitleggen



Slide 2 - Slide

Oriëntatie
  • Het is belangrijk om het normale gedrag van de dieren te kennen waar je mee werkt, alleen dan herken je afwijkend gedrag.
  • Als een dier bepaald gedrag wilt uitvoeren, maar de omstandigheden laten dat niet toe, dan raakt het dier verveeld of gestrest.
  • Het dier ontwikkelt gedrag dat het onder normale omstandigheden niet laat zien.
  • Gedragsproblemen geven aan dat het welzijn verstoord is.

Slide 3 - Slide

Afwijkend gedrag

Slide 4 - Slide

Is ongewenst gedrag ook altijd afwijkend gedrag?
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

Afwijkend gedrag
  • Afwijkend gedrag is niet probleem gedrag.
  • Probleemgedrag is gedrag dat door een eigenaar als probleem wordt ervaren.
  • Probleemgedrag kan heel goed natuurlijk gedrag zijn.

Slide 6 - Slide

Oorzaken van afwijkend gedrag
- Prikkels gemist in de opvoeding
- Teveel prikkels 
- Te weinig prikkels
- Erfelijk
- Medische redenen

Slide 7 - Slide

Gedragsmatige en medische oorzaken
  • Afwijkend gedrag kan een medische oorzaak hebben. Als je afwijkend gedrag ziet, moet je daarom eerst zorgen dat medische oorzaken worden uitgesloten.
  • Voorkomen dat gedrag dat ontstaat bij medische klachten normaal gedrag wordt.
  • Mogelijke medische oorzaken:
  • Pijn, jeuk, hyperactief of overactief, onzindelijkheid



Slide 8 - Slide

Afwijkend gedrag
  • Het dier moet alle gedragingen kunnen uitvoeren (normaal gedragsrepertoire).
  • Vanuit evolutie belangrijk en is op zichzelf al belonend.
  • Als een dier niet al het gedrag kan vertonen, neemt de kans op abnormaal gedrag toe.
  • Stress kan ontstaan door het continu krijgen van te veel prikkels of juist te weinig prikkels. Als deze stress lang duurt kan er afwijkend gedrag ontstaan.

Slide 9 - Slide

Wat is afwijkend gedrag wat je als dierverzorger tegen kan komen?

Slide 10 - Mind map

Gedragsystemen en afwijkend gedrag
Vormen van afwijkend gedrag:
- Stereotiep gedrag
- Gestoord gedrag
- Conflict gedrag
- Omgericht gedrag 
- Apathie


Slide 11 - Slide

Stereotiep gedrag:
  • Oude definitie focus op vertoonde gedrag: gedrag dat geen duidelijk doel heeft en continu herhaald wordt
  • Nieuwe definitie focus op oorzaak: abnormaal, herhaaldelijk gedrag dat veroorzaakt wordt door frustratie/stress en herhaalde pogingen om er mee om te gaan
  • Resultaat van een onderliggend probleem
  • Heeft een kalmerend effect, door vrijkomen van endorfines

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Is stereotiep gedrag altijd afwijkend?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Is stereotiep gedrag altijd gezondheid of welzijn verlagend?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Gestoord gedrag
  • Vormen van gestoord gedrag zijn het zichzelf kaal plukken van papagaai- achtigen, het 'weven' bij varkens, het ijsberen van ijsberen. Staartbijten bij varkens, pikken bij leghennen. Deze dieren zijn letterlijk gestoord

  • (Zelf)beschadigend gedrag: Beschadiging van zichzelf (=automutilatie)
  •  Of van een ander dier (=allomutilatie)
  • Gedrag komt voor uit natuurlijk gedrag, maar dat gedrag kan niet op een normale manier uitgevoerd worden.

Slide 19 - Slide

Conflict gedrag
Er is sprake van conflict gedrag wanneer een dier niet weet welke gedragselementen uit welk gedragssysteem hij moet kiezen. Het dier is dus met zichzelf in conflict.  
Het dier kan twijfelen tussen vluchten of vechten. Conflictgedrag ontstaat wanneer er voor beide gedragssystemen een even grote motivatie bestaat. Voorbeelden van conflictgedrag zijn ambivalent gedrag, overspronggedrag en omgericht gedrag.

Slide 20 - Slide

Conflict gedrag
  • Bij ambivalent gedrag is het gedrag opgebouwd uit handelingen uit de twee gedragssystemen waar het dier tussen twijfelt.
  • Bij overspronggedrag is het gedrag van het dier opgebouwd uit handelingen uit een derde gedragssysteem. Bijvoorbeeld: foerageergedrag of verzorgingsgedrag
  • Bij omgericht gedrag richt het dier zijn gedrag tot een derde deelnemer die helemaal niets met het conflict te maken heeft

Slide 21 - Slide

Apathisch gedrag
  • Niet reageren op prikkels uit de omgeving
  • Geen belangstelling voor omgeving en een gebrek aan motivatie en emotie
  • Het dier doet niets meer om de situatie te redden en verstart. (niet bevriezen)
  • Te veel chronische stress ervaren en niet meer aan kunnen passen aan de veranderingen in de omgeving

Slide 22 - Slide

Geef aan wat voor soort afwijkend gedrag het dier laat zien.
Een vogel die zichzelf kaal plukt

A
Zelfbeschadigend
B
Apatisch
C
Stereotiep
D
Conflict gedrag

Slide 23 - Quiz

Geef aan wat voor soort afwijkend gedrag het dier laat zien.

Een beer die op dezelfde plek blijft staan en daarbij zijn lichaam constant heen en weer beweegt

A
Conflict gedrag
B
Zelfbeschadigend
C
Apathisch
D
Stereotiep

Slide 24 - Quiz

Geef aan wat voor soort afwijkend gedrag het dier laat zien.

Een ezel die voor een muur staat te staren en niet reageert op prikkels uit de omgeving


A
Conflict gedrag
B
Zelfbeschadigend
C
Apathisch
D
Stereotiep

Slide 25 - Quiz

Geef aan wat voor soort afwijkend gedrag het dier laat zien.

Een hyena die steeds over hetzelfde pad in zijn verblijf op een neer loopt



A
Conflict gedrag
B
Zelfbeschadigend
C
Apathisch
D
Stereotiep

Slide 26 - Quiz

Geef aan wat voor soort afwijkend gedrag het dier laat zien.

Een hond die op zijn eigen poot bijt, zonder dat hier een medische oorzaak voor is




A
Conflict gedrag
B
Zelfbeschadigend
C
Apathisch
D
Stereotiep

Slide 27 - Quiz

Snap je nu wat verschillende afwijkende gedragingen zijn?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Opdracht: wat voor gedrag zie je?
Jullie gaan dit uitwerken in met 4 personen. Jullie hebben hiervoor 20 minuten. Naderhand gaan we dit klassikaal bespreken. 

Op Cum Laude staan 5 filmpjes (linkjes naar YT filmpjes). Voor in ieder geval 3 filmpjes beantwoord je de volgende vragen:
  1. Is dit normaal gedrag of afwijkend gedrag? Wat bepaalt dat/waaraan zie je dat?
  2. Onder welke categorie gedrag zou je het classificeren?
  3. Wat zou gezorgd hebben dat dit gedrag is ontstaan?
  4. Is dit nog omonkeerbaar?
  5. Indien afwijkend: wat is het originele gedrag waar dit afwijkend gedrag uit is ontstaan?

Slide 29 - Slide

Waarom gedrag observeren?
- Welk gedrag toont het dier eigenlijk?
- Is het getoonde gedrag natuurlijk of afwijkend?
- Is het dier gezond en heeft het een goed welzijn?

Slide 30 - Slide

Dieren observeren
Waar let je op?

Slide 31 - Mind map

Wie of wat wordt geobserveerd
Hoe wordt geobserveerd
Lees het onderdeel gedrag observeren in de autor 

Slide 32 - Slide

2 keuzes maken:
- Welke observatiemethode gebruik je
- Welke registratiemethode gebruik je
Wie of wat wordt geobserveerd
Hoe wordt geobserveerd

Slide 33 - Slide

Observatiemethodes
Wat is 'ad libitum sampling'?
A
Je observeert alle dieren in een groep
B
Je observeert alles wat je ziet wanneer mogelijk
C
Je volgt specifiek 1 dier in een groep
D
Je observeert heel specifiek 1 soort gedrag

Slide 34 - Quiz

Observatiemethodes
Wat is 'behaviour sampling'?
A
Ik observeer alle gedragingen van 1 dier
B
Ik observeer alleen gedrag
C
Ik observeer 1 soort gedrag(systeem) in een groep dieren
D
Ik observeer 1 specifiek gedrag bij 1 dier

Slide 35 - Quiz

Wie of wat wordt geobserveerd
Hoe wordt geobserveerd

Slide 36 - Slide


Hoe wordt deze methode van registratie genoemd?
A
One-zero sampling
B
Instantaneous sampling
C
Continuous sampling
D
Interval sampling

Slide 37 - Quiz


Hoe wordt deze methode van registratie genoemd?
A
One-zero sampling
B
Instantaneous samping
C
Continuous sampling
D
Behaviour sampling

Slide 38 - Quiz

Groep
Individu
Instantaneous (moment)
Instantaneous scan sampling
Instantaneous focal sampling
Continuous (situatie)
Continuous scan sampling
Continuous focal sampling
De meest gebruikte observatie/registratie methode

Slide 39 - Slide

Ethogram = lijst met gedragingen

Slide 40 - Slide

Wat moet je allemaal noteren bij de gedragsobservaties?

Slide 41 - Mind map

Ethogram en observeren
Let op!
  • Geen waardeoordeel koppelen
  • Geen emotie koppelen 
Beschrijf wat je daadwerkelijk ziet (en niet denkt te zien)!

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide

Heb je nu weer duidelijk waar een gedragsobservatie uit bestaat en hoe je die moet uitvoeren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 55 - Poll

Afsluiting!
- Gedragsobservatie (methodes)
- Verschillend afwijkend gedrag
- Herkennen afwijkend gedrag

Slide 56 - Slide